Roosen overtreft bovendien met zijn prestatie grote namen als Chiel Warners (Athene 2004), Eef Kamerbeek (Rome 1960) en Jan Brassers (Berlijn 1936), die alle drie vijfde werden op de olympische tienkamp.
Roosen vestigde in het Stade de France het ene na het andere persoonlijke record en sloot af met een sterke 1500 meter in 4.18,55. Daarmee klom hij naar de vierde plaats in de eindstand. De talentvolle meerkamper was als negende aan de tweede dag begonnen.
Degelijk
Een medaille bleek nog iets te hoog gegrepen voor de telg uit een echte atletiekfamilie. Hij had meer dan 100 punten minder dan de Lindon Victor uit Grenada, die het brons won met 8711 punten. De Noor Markus Rooth loste de Canadees Damian Warner af als olympisch kampioen. Rooth won het goud met 8796 punten. De Duitser Leo Neugebauer, die de tienkamp steeds had geleid, behaalde het zilver.
Roosen begon zijn tienkamp met de derde tijd op de 100 meter (10,52) en verbeterde daarna zijn persoonlijke records bij het verspringen (7,56), het kogelstoten (15,10) en de 400 meter (46,40). Hij bleef alleen bij het hoogspringen een beetje achter (1,87). Op dag twee noteerde hij 13,99 op de 110 meter horden, een persoonlijk record van 46,88 bij het discuswerpen, 4,70 op het polsstokhoogspringen en 63,72 bij het speerwerpen. Op de afsluitende 1500 meter eindigde hij als tweede.
Rik Taam werkte een degelijke meerkamp af en kwam op de zestiende plaats terecht in de eindstand met een persoonlijk record van 8046 punten.