Dit is het team van spelers buiten de top-4 van het WK 2022 van Flashscore Nederland

Doelman: Wojciech Szczęsny (Polen)

Wojciech Szczęsny kwam met zijn land niet verder dan de laatste zestien, maar was na Dominik Livaković de doelman die de meeste expected goals wist te voorkomen op het toernooi. Szczęsny hield in de eerste twee groepsduels het doel schoon en wist een strafschop te stoppen tegen Saudi-Arabië. Het persoonlijke hoogtepunt voor Szczęsny is wellicht dat hij de enige doelman werd die één van de vijf toegekende strafschoppen aan Lionel Messi wist te pareren op het WK.

Rechtsback: Diogo Dalot (Portugal)

Diogo Dalot leverde als rechtsback zowel aanvallend als verdedigend zijn bijdrage aan het Portugese elftal. Dalot was er mede verantwoordelijk voor dat Portugal niet meer dan één treffer tegen kreeg in de duels waarin hij aan de aftrap verscheen. De verdediger van Manchester United zorgde er samen met Raphaël Guerreiro voor dat João Cancelo in de wedstrijd tegen Marokko zelfs op de bank plaats moest nemen.

Rechter centrale verdediger: Rodri (Spanje)

Rodri staat al zijn hele profcarrière op het middenveld geposteerd, maar op dit WK kreeg hij van bondscoach Luis Enrique plots een plek toegekend in de achterhoede. Rodri kwam hierdoor nog meer aan de bal dan we al van hem gewend zijn en verbrak daarmee een indrukwekkend record. De Spanjaard leverde in de wedstrijd tegen Japan wel 204 passses. Het hoogste ooit gemeten. Rodri gaf in totaal dan ook de meeste passes van het hele WK, terwijl hij maar vier wedstrijden in actie kwam. 

Linker centrale verdediger: Nathan Aké (Nederland)

Oranje is minder ver gekomen dan we met zijn allen gehoopt hadden, maar aan Nathan Aké heeft dat niet gelegen. De verdediger van Manchester City was dit WK wellicht de meest stabiele schakel in het elftal van Louis van Gaal. In de wedstrijd tegen Argentinië wist de 27-jarige verdediger vijf van zijn zes duels te winnen en onderschepte hij vijf keer de bal. De concurrentie die Oranje centraal achterin heeft is moordend nu ook spelers als Sven Botman, Pascal Struijk en Micky van de Ven zich laten zien in een topcompetitie, maar Aké heeft dit WK laten zien dat Ronald Koeman op links centraal achterin niet hoeft in te grijpen.

Linksback: Raphaël Guerreiro (Portugal)

Raphaël Guerreiro heeft enorm veel concurrentie op de linksbackpositie bij Portugal. In de eerste groepswedstrijd begon Nuno Mendes van Paris Saint-Germain in de basis en ook João Cancelo kan uitstekend uit de voeten op die plek. Guerreiro wist in het openingsduel als invaller echter al direct zijn stempel te drukken met een assist en was in de overtuigende zege op Zwitserland zelfs goed voor een goal en een assist.

Verdedigende middenvelder: Casemiro (Brazilië)

De aanvallers van Brazilië spelen enorm frivool en flitsend voetbal, maar om zo voor de dag te kunnen komen, dienen de verdedigend ingestelde spelers enorm veel werk te verrichten. Casemiro is daar absoluut niet vies van en past wat dat betreft uitstekend in het elftal van Brazilië. Naast zijn verdedigende bijdrage en stabiele spel aan de bal, was Casemiro ook nog verantwoordelijk voor de enige treffer van de wedstrijd tegen Zwitserland.

Centrale middenvelder: Jude Bellingham (Engeland)

Hij draait natuurlijk alweer even mee op het hoogste niveau, maar het blijft lastig om voor te stellen dat Jude Bellingham nog altijd een tiener is. De middenvelder blinkt niet uit met de sprintsnelheid van Mbappé of het scorend vermogen van Erling Haaland, maar is als speler zo compleet dat het lijkt alsof hij al tien jaar ervaring heeft in het Europese topvoetbal. Bellingham begaat zelden een fout, heeft amper zwakke punten en was dit WK zeer belangrijk voor Engeland met onder meer een doelpunt en een assist.

Aanvallende middenvelder: Bruno Fernandes (Portugal)

Terwijl de ene Portugese vedette tijdens het WK zijn contract ontbond bij Manchester United, floreerde de andere Portugese sterkhouder van de Engelse grootmacht dit WK. Bruno Fernandes gaf in de openingswedstrijd tegen Ghana direct twee assists en was tegen Uruguay zelf verantwoordelijk voor beide treffers van zijn ploeg.

Rechtsbuiten: Bukayo Saka (Engeland)

De Engelse bondscoach Gareth Southgate heeft altijd enorm veel spelers om uit te kiezen en varieert op veel posities. De 21-jarige Bukayo Saka is een van de weinige spelers die er op jonge leeftijd in is geslaagd om iedere wedstrijd aan de aftrap te mogen verschijnen. Saka wordt weliswaar regelmatig naar de kant gehaald voor een ploeggenoot, maar in de minuten die hij krijgt bewijst hij telkens weer zijn waarde. De aanvaller van Arsenal is een plaag voor iedere linksback en was al goed voor zeven goals en zes assists in slechts 24 interlands. Op het WK was hij in vier duels driemaal trefzeker.

Spits: Richarlison (Brazilië)

In aanloop naar het WK werd Brazilië al als favoriet bestempeld door de bookmakers en dat was tot aan de wedstrijd tegen Kroatië nog het geval. De Brazilianen speelde flitsend voetbal en daar deed Richarlison vrolijk aan mee. De aanvaller van Tottenham was drie keer trefzeker op het eindtoernooi en heeft twee van de fraaiste goals van het WK gemaakt. Tegen Servië scoorde Richarlison vanuit een atletische halve omhaal en tegen Zuid-Korea combineerde hij erop los met zijn ploeggenoten en scoorde hij na eerder in die aanval de bal drie keer hoog te hebben gehouden met zijn hoofd.

Linksbuiten: Cody Gakpo (Nederland)

Er zullen dit WK veel scouts van internationale topclubs zijn geweest die alle verrichtingen van Cody Gakpo met pen en papier genoteerd hebben. De speler die dit seizoen het vaakst betrokken was bij doelpunten van alle aanvallers in Europa was niet altijd even betrokken in het spel van Oranje, maar demonstreerde wel weer hoe dodelijk effectief hij kan zijn. De Eintovenaar kreeg slechts 0.3 expected goals van de statistieken, maar was uiteindelijk wel drie keer trefzeker. De geruchten over een mogelijke overstap naar de Engelse top zijn er dan ook niet minder op geworden.

Benieuwd naar ons elftal met spelers van de top-4 landen van het WK? Klik dan hier

Volledige elftal: Wojciech Szczęsny; Diogo Dalot, Rodri, Nathan Aké, Raphaël Guerreiro; Casemiro, Jude Bellingham, Bruno Fernandes; Bukayo Saka, Richarlison, Cody Gakpo.