1. (+5) Zwemsporten – twee bronzen medailles in het reguliere langebaanprogramma waren een relatief magere oranje-oogst in de eerste week, maar in alle andere zwemsporten toonde TeamNL zich met kracht aan de wereld. Op het schoonspringen, open water zwemmen, in een uitzinnige waterpolo-entourage en tot slot met een historisch brons op het synchroonzwemmen. Een ongekend succes voor waterland Nederland. Het is deels aan de volgende generatie om die eer in Los Angeles hoog te houden.
2. (+9) Basketbal – het goud en dan met name de ontknoping in de allerlaatste seconde van de verlenging tegen het gastland Frankrijk. Het was als een sprookje en zoals dat in sprookjes gaat, leefden ze nog lang en gelukkig. De vier 3x3-helden vroegen na de winst van goud terecht aandacht voor hun ‘understudies’ Julian Jaring en Bryan Alberts. Wellicht zullen zij in Los Angeles hun Olympische debuut gaan maken. Vijf dagen eerder dan wereldster Steph Curry zorgde MVP Worthy de Jong voor een score die nu alvast prima op de longlist kan voor het Nederlandse Sportmoment van de 21ste Eeuw. De oranje-volleyballers van 1996 hebben een mogelijke opvolger.
3. (-2) Roeien – de daling van het roeien in deze powerranking is er gevolg van de planning van de olympische spelen. Na een week presteren op de roeibaan hebben de roeiers na gedane zaken altijd ruim baan om ook nog te genieten van de rest van de sporten en hun TeamNL-genoten aan te moedigen. Met acht medailles (G4-Z3-B1) was Nederland het meest succesvolle land op de roeibaan. Maar liefst 27 van de 33 roeiers gingen er met een medaille vandoor. Een kwart van de koninklijke bordesfoto van aanstaande dinsdag. Ongekend.
4. (=) Hockey – het was een unicum hoe zowel de Nederlanse mannen als vrouwen op één olympisch toernooi de gouden medaille in de wacht wisten te slepen. Beide teams maakten het met name in de finale ongelofelijk spannend en beslisten het uiteindelijk pas op shoot-outs. Met zoveel oranje op de tribunes was het een thuiswedstrijd voor beide teams. De mannen hebben na 24 jaar een nieuwe gouden generatie en terloops ook nog een ‘fitty’ met aartsrivaal Duitsland. De vrouwen rekenden af met een onrustige periode en deden uiteindelijk wat er van ze verwacht mocht worden. Mede dankzij het vertrouwen in de uitmuntende shoot-out-skills van oranje. The devil is in the details!
5. (-2) Wielersporten – op het asfalt van Parijs vielen de prestaties van de Nederlandse wielrenners nog een beetje tegen, net als op het zanderige en rotsachtige parcours van de mountainbike. Maar de prestaties op de BMX-piste bleken een opmaat naar een absolute overmacht op de wielerbaan. De zelfopgelegde druk van de gouden ‘Hattrick Harrie’ Lavreysen ging gepaard met zeer positieve uitschieters van de vrouwelijke equipe. Heel hoopgevend richting 2028.
6. (-4) Atletiek – de onverwachte gouden plak op de 4x400 gemengd bleek de opmaat naar een meer dan behoorlijk toernooi voor TeamNL. Veel atleten stonden in finales en piekten daadwerkelijk op dat ene moment in Parijs. In een elke sessie uitverkocht stadion deden de atleten de broodnodige ervaring op om in 2028 verder te kunnen oogsten in Los Angeles. De verwachtingen rond wereldsterren Femke Bol, Lieke Klaver en Sifan Hassan waren heel erg hoog. Misschien wel iets té hoog. Toch leverden ze alle drie met méér dan één medaille. Met een historische prestatie voor Sifan Hassan. Pure klasse!
7. (+9) Zeilen – de prestaties van de Nederlandse zeilafvaardiging dwong internationaal respect af. Met tweemaal gouden en tweemaal brons heeft TeamNL minimaal tweemaal zoveel plakken als elk ander land dat in Marseille in het water lag. Het blijft hoogst noodzakelijk dat de sport als kijksport blijft werken aan begrip, duiding en uitleg. Waar andere sporten hun tv-schema tot op de seconden kunnen indelen, is de zeilsport overgeleverd aan de elementen. Met al die onzekerheid moeten alle andere spelregels ook voor de leek helder en uitlegbaar zijn, al helemaal door kenners en specialisten die daarvoor worden ingevlogen.
8. (+2) Paardensport – van de achttien beschikbare medailles gingen er traditioneel ruim de helft (10) naar Duitsland en Groot-Brittannië. Dat Nederland op de valreep alsnog een brons meepakte op het onderdeel springen, was een flinke meevaller voor de ploeg die in de volle breedte gewoon een (ruime) voldoende scoorde, maar op dit moment niet kan wedijveren met de absolute wereldtop.
9. (-4) Handbal – de handbalvrouwen kwamen onbedreigd in de kwartfinales van het olympische toernooi en hebben helaas het abonnement op uitschakeling in die fase verlengd. De wereldkampioen van 2019 zal na dit olympische toernooi op eigen continent weer verder gaan verjongen met het afscheid van enkele routiniers in het vooruitzicht. Richting Los Angeles zal de nieuwe generatie zich moeten tonen en hopen dat de Scandinavische hegemonie ook op olympisch niveau eens doorbroken kan worden.
10. (-3) (Beach)volleybal – de prestaties in de zaal van de Nederlandse volleybalvrouwen waren voldoende, maar in de beslissende fase van elk duel werd de ploeg afgetroefd. Geen schande, want de aanwezigheid in Parijs was al een prestatie op zich. De drie beachvolleybalduo’s bereikten allemaal de achtste finales van het toernooi en overleefden daarmee de groepsfase. Eén kwartfinaleplek was het hoogtepunt voor TeamNL, dat helaas rond een gevoelig thema wel negatief in de mondiale aandacht stond.
11. (+4) Kanovaren – de kanosport heeft zich gevoelsmatig voor het eerst nadrukkelijk aan de Nederlandse huiskamer getoond. De wildwaterbaan is spectaculair en het format vergelijkbaar met afdalingen in het skiën. Helemaal met meerdere boten in dezelfde baan. Het tweede deel van het programma met snelheidsonderdelen op de voor roeiers al zo succesvolle baan, biedt ogenschijnlijk ook nog eens volop kansen voor waterland Nederland. Hier liggen kansen voor 2028.
12. (-4) Handboogschieten – de handboogsport kende alle toernooidagen in de eerste helft van deze Spelen en is daarmee alweer een klein beetje in de vergetelheid geraakt na de tweede week vol olympische indrukken. De Zuid-Koreaanse overmacht in deze sport brengt een bijzondere dynamiek bij de eindrangschikking in de medaillespiegel, waarin het met Nederland streed om de onderste plekken in de top-10.
13. (-4) Turnen – Nederland was in Parijs vertegenwoordigd met een volledige mannen- en vrouwenploeg en hoort er wat dat betreft helemaal bij. De individuele prestaties van de turners van TeamNL waren niet van wereldklasse, maar uitblinkers van het formaat-Epke Zonderland worden dan ook niet elke vier jaar geboren in ons land. De opgedane ervaring voor deze generatie sporters gaan mee naar LA.
14. (-2) Tafeltennis – de achtste finale van Britt Eerland in het mondiaal sterke veld en de gewonnen game van de Chinese topfavoriet waren een prima opsteker voor de sport in Nederland.
15. (-2) Badminton – een week na de uitschakeling van het gemengde koppel is het de vraag wie in Nederland het stokje gaan overpakken in de jacht op deelname aan de Spelen in 2028.
16. (-2) Tennis – na een toernooi op Wimbledon in 2012 en één op Roland Garros in 2024 gaat de tennissport in 2028 op bezoek in het land van de US Open en in 2032 in het land van de Australian Open. Vanuit New York en Melbourne zullen ze van een afstandje toekijken hoe Los Angeles en Brisbane de honneurs waarnemen. De Nederlandse deelnemers gelden ook daar weer als outsiders.
17. (+1) Skateboarden/breaking – het succesnummer BMX is als wielersport inmiddels volledig ingeburgerd en 3x3 basketbal ook niet meer weg te denken. Het skateboarden begint als urban sport ook wel te wennen, maar breaking heeft de grote test niet goed kunnen doorstaan. De tribunes zaten vol en de moves zijn onmiskenbaar van hoge kwaliteit, maar het ‘label’ topsport heeft het nog niet verdiend. De Nederlanders in de kwartfinales hebben wel een prachtige ervaring op zak.
18. (+1) Triatlon – het is gelukt om alle geplande wedstrijden af te werken in en rond de Seine. De mannen, de vrouwen en de gemengde teams gingen het water in, net als later de openwater-zwemsters en -zwemmers. Nederland nam zonder titelkansen deel aan dit toernooi dat door de combi van succesvolle sporten als atletiek, fietsen en zwemmen toch succes zou moeten kunnen opleveren. De eerder verziekte interne sfeer onder de atleten en coaches stonden mogelijk succes in de weg.
19. (-1) Schermen – in deze traditiesport op de spelen heeft Nederland ook al traditioneel een behoorlijke bijrol. De 3.000 beoefenaren in ons land zijn afhankelijk van een uitzonderlijk talent om op de Spelen in LA überhaupt ook maar kans op plaatsing te hebben. Meedoen is hier dan ook echt al belangrijker dan winnen.
20. (+2) Judo – uithuilen en opnieuw beginnen. Dat geldt voor de hele judosport en de judocultuur in Nederland. De dominantie van de in het verleden succesvolle judobolwerken heeft geleid tot diverse kampen die niet met elkaar willen samenwerken. De partijen hebben aangetoond dat het zo absoluut niet werkt. Het is nu zaak om een nieuwe centrale koers in te zetten en daaraan de komende tien jaar vast te houden. Wellicht met meer hulp en inzichten van succesvolle andere bonden, die een soortgelijke transitie moesten doormaken.
21. (-1) Golf – de deelname van Joost Luiten kwam er niet, die van Anne van Dam was er één in de absolute marge. Ze stoorde zich op de eerste toernooidag vooral aan het niet-typische golfpubliek. Welkom op de Olympische Spelen. En bedenk alvast even hoe transparante en objectieve criteria voor kwalificatie richting LA2028 geen misverstanden en rechtszaken gaan opleveren. Alvast dank!
22. (-1) Boksen – deze sport bungelt helemaal onderaan en dat heeft niets met de boksers uit Nederland te maken. Ooit maakten Regillio Tuur, Arnold Vanderlyde en Orhan Delibas naam op de Spelen, maar inmiddels is er geen wereldbond meer die het toernooi fatsoenlijk kan organiseren. In 2025 wordt er een knoop doorgehakt voor de volgende olympiade. Chelsey Heijnen zou voorlopig zomaar eens de laatste Nederlandse deelnemer aan de Spelen kunnen zijn geweest.
De eerste versie van de powerranking van zondag 4 augustus 2024