Het was de tweede Deense titel in de laatste drie Spelen, na alle drie de finales te hebben gespeeld. Ze wonnen in Rio en moesten het met zilver doen in Tokio. Duitsland, dat titelverdediger Frankrijk uitschakelde in de kwartfinales, kwam er nooit aan te pas en stond na 1-1 de hele wedstrijd achter.
Spanje versloeg eerder op zondag Slovenië met 23-22 in de wedstrijd om de bronzen medaille.
Razend tempo
De zilveren medaillewinnaars van Tokio maakten in een razend tempo doelpunten, terwijl de Duitsers moeite hadden om door de Deense verdediging heen te breken en na 30 minuten met negen punten achterstonden - de grootste achterstand ooit bij rust in een olympische gouden medaillewedstrijd.
Duitsland, dat brons won in Rio, probeerde naarmate de wedstrijd vorderde dichterbij te komen. Juri Knorr scoorde zes punten, terwijl rechtsback Renars Uscins en Jannik Kohlbacher er elk vier voor hun rekening namen. Maar ze waren geen partij voor de ongeslagen Denen, in het bijzonder rechtsback Mathias Gidsel die 11 doelpunten maakte.
'Hoe kon dit gebeuren?'
"Van het begin tot het einde waren zij de betere ploeg en wij konden ons normale prestatieniveau niet halen, we speelden echt slecht. Het is natuurlijk een nachtmerrie, we begrijpen niet hoe dit kon gebeuren... we speelden misschien wel onze slechtste wedstrijd in lange tijd," zei Duitslands topscorer Knorr.
Het was de eerste keer sinds Kroatië goud won op de Spelen van Athene in 2004 dat een handbalteam goud won zonder ook maar één Olympische wedstrijd te verliezen.
"We hebben gewoon ons karakter laten zien en ik denk dat we de hele wereld hebben laten zien welk team op dit moment het beste is en we hebben de hele wedstrijd gedomineerd, vanaf de eerste minuut," zei de Deense middenback Rasmus Lauge, die vijf punten scoorde.