Handbalsters schieten niks op met zwaarbevochten gelijkspel tegen Spanje op EK
Nederland had door de zware nederlaag tegen Duitsland afgelopen vrijdag al min of meer het uitzicht op de halve finales vertroebeld en eigenlijk was een zege tegen Spanje nodig. Met 3 punten uit vier wedstrijden is de situatie weinig rooskleurig, omdat Frankrijk en Montenegro al op 4 punten uit twee duels staan.
Bij rust leidde Spanje met 17-15. In de tweede helft ging het in de slotfase gelijk op en slaagde Nederland er niet in door te drukken. Merel Freriks en Inger Smits waren de topscorers bij Nederland met zes treffers. Oranje miste de geschorste aanvoerster Kelly Dulfer.
Slecht begin
Het team van Johansson begon slecht aan de wedstrijd tegen Spanje, waarvan het op het WK van 2019 nog won in de finale. Na ruim een kwartier stond de ploeg al met 13-7 achter. De aanval was slordig en de dekking onrustig. Nikita van der Vliet en Freriks vormden het middenblok en moesten het gemis van Dulfer opvangen, maar dat verliep niet heel soepel. Ook doelvrouw Yara ten Holte had haar dag niet.
Onder aanvoering van Estavana Polman en Laura van der Heijden, de ervaren speelsters in de ploeg, vocht Oranje zich terug in de wedstrijd en werd nog voor rust de achterstand van zes goals teruggebracht naar twee (15-17). In de tweede helft was het spel beter en na 10 minuten kwam Nederland op gelijke hoogte (19-19). De goed ingevallen keepster Rinka Duijndam zette met een treffer van afstand in een leeg Spaans doel Nederland voor het eerst op voorsprong (21-20).
Heel even leek het alsof de ploeg los kwam en zou uitlopen, maar Spanje vocht ook voor zijn laatste kans en beet zich vast in de wedstrijd. Het duel ging in scores gelijk op tot aan de laatste minuut. Polman had de kans om de winnende treffer te maken in de slotseconden, maar ze maakte een aanvallende fout. Haar protesten na het eindsignaal vonden geen gehoor bij de arbitrage.