"Ploegen zijn beter in staat om het midden van het veld dicht te houden", zegt Arsène Wenger, hoofd internationale voetbalontwikkeling bij de FIFA. "Steeds meer teams verstaan ook de kunst om compact te verdedigen. Dus ploegen moeten het spel wel verleggen naar beide flanken."
Wenger ziet dat ook terug aan het spel van de centrumspitsen op het WK. "Die zijn 21 procent minder in balbezit dan vier jaar geleden tijdens het vorige WK in Rusland. Vergeleken met het vorige WK hebben alle spitsen ook minder doelpogingen ondernomen. Dat scheelt 10 procent."
Messi en Mbappé
Met nog twee duels te gaan, is er 163 keer gescoord op het WK in Qatar. Op de vorige eindronde in Rusland vielen in totaal 169 doelpunten. In de finale en troostfinale werd er toen bij elkaar acht keer gescoord. Op de WK's van 1998 en 2014 vielen de meeste doelpunten (171).
Engeland en Frankrijk maakten tot dusver de meeste doelpunten (dertien) op dit WK, gevolgd door Argentinië en Portugal (twaalf) en het Nederlands elftal (tien). Oranje heeft als enige ploeg op de eindronde niet verloren in de reguliere speeltijd en verlenging. De ploeg van bondscoach Louis van Gaal werd in de kwartfinale via strafschoppen uitgeschakeld door Argentinië.
Wenger ziet Lionel Messi en Kylian Mbappé, de sterren van de finalisten Argentinië en Frankrijk, als meest opvallende spelers van het WK. Beide aanvallers scoorden ook al vijfmaal. "Zij werden vooraf ook wel verwacht, net als Neymar, Cristiano Ronaldo en nog wel een paar spelers", zegt de Fransman. "Olivier Giroud en Julián Álvarez hebben zich ook laten zien met vier doelpunten. Zij hebben hun kans gegrepen. Giroud als vervanger van de geblesseerde Karim Benzema en Álvarez als de speler die aanvallers als Lautaro Martínez en Ángel Di María op de bank houdt. Hij heeft zich tijdens het WK in het Argentijnse team gespeeld."