Gelijke salarissen helpen Belgische hockeyvrouwen naar eerste halve finale
Het programma en de beloning voor de mannen- en vrouwenteams werden twee jaar geleden gelijkgeschakeld door de Belgische Hockey Federatie (RBIHF), waarbij de kloof in 2015 begon te dichten met meer geld voor jeugdontwikkeling en regionale teams. Nu zijn de vrouwen doorgedrongen tot hun eerste halve finale in de Olympische Spelen nadat ze maandag een sterk Spaans team met 2-0 versloegen in een krappe kwartfinale die tot het vierde kwart doelpuntloos was, terwijl de mannen kansloos zijn.
"Twaalf jaar geleden, toen we in Londen speelden, was ik een kind. En ik was erg overdonderd. Ik genoot gewoon van het feit dat ik er was", zei aanvalster Judith Vandermeiren. "Als je me in Londen had verteld dat ik ooit een halve finale op de Olympische Spelen zou spelen, had ik heel hard gelachen. Maar het was de start voor het Belgische vrouwenhockey ook financieel. Iedereen begon erin te geloven."
'We doen het geweldig'
Toen de RBIHF de Olympische aspiraties nieuw leven inblies en in 2005 op zoek ging naar geld, vonden ze slechts genoeg geld voor één team en de mannen kregen het leeuwendeel, waarmee ze hun weg naar opeenvolgende Olympische Spelen konden vervolgen nadat ze zich sinds 1976 niet meer hadden gekwalificeerd.
De vrouwen kregen wat geld, maar de programma-investeringen waren niet echt gelijk in 2015, drie jaar na hun eerste Olympische toernooi. Het zou nog zeven jaar duren voordat het salaris van de speelsters over de hele linie gelijk was.
"Op het moment dat we ons kwalificeerden voor Parijs had ik zoiets van we gaan er niet alleen zijn, we gaan de wereld laten zien hoe we kunnen hockeyen. En ik denk dat we dat op dit moment geweldig doen," zei Vandermeiren. "We hebben een goede balans tussen ervaring en jongere meiden. Er zijn er vier of vijf die de Olympische Spelen al hebben gedaan en meer dan 200 caps hebben. Het is dus echt een goede balans in het team."
De vrouwen die vochten en schraapten om de Spelen van 2012 in Londen te halen, veranderden het geloof in de ploeg, ook al wonnen ze geen medaille. Ze verlegden de koers van de RBIHF en lieten zien dat gelijke investeringen en gelijke beloning niet alleen goed waren, maar ook noodzakelijk.
"Het is geen gouden generatie, maar meer dat ze er werk en moeite in stoppen en dan kunnen getalenteerde spelers er een kampioenschap van maken," zei RBIHF-vertegenwoordiger Denis van Damme.