Marijn Veen zag de tijd wegtikken maar vreesde niet na vroege achterstand
"Op een gegeven moment wordt de klok je vijand. Van tevoren dacht ik dat het wel goed zou komen, maar we kwamen achter en op een gegeven moment was het het vierde kwart. Maar we hielden wel het vertrouwen en gingen bewust op zoek naar corners", zei Veen (27) met de gouden medaille om haar nek.
"Met Yibbi Jansen hebben we een wereldcorner in huis en ze bewijst het elke wedstrijd weer. Het is heel fijn haar als teamgenote te hebben." Jansen bracht haar doelpuntentotaal op de Spelen van Parijs op negen.
Na de reguliere speeltijd volgden shoot-outs. "Toen dacht ik: deze gaan we niet meer uit handen geven. Ik dacht dat Anne (Veenendaal) er minimaal twee zou tegenhouden en wij hebben allemaal goede nemers. Al had ik het het liefst in de reguliere tijd afgemaakt. Maar we hebben nu de allergrootste prijs, wat wil je nog meer? Ik denk dat we de komende dagen heel weinig gaan slapen."
Volgens Felice Albers was de druk op Oranje enorm. "Het laat maar weer zien dat het ophalen van goud niet zo vanzelfsprekend is", zei Albers. "Het scenario waarbij je achterkomt en dat zij heel goed kunnen verdedigen, is gewoon heel lastig. Er was heel weinig ruimte om doorheen te komen, maar we zijn geduldig gebleven."
Voor de 24-jarige Albers is het al haar tweede olympische titel. "Goud is gewoon verslavend, dit is zo mooi om met iedereen op de tribune mee te maken, wat in Tokio niet mogelijk was", aldus Albers. "Ik ben helemaal kapot, na acht wedstrijden in dertien dagen. Maar voor de feestjes heb ik nog wel wat energie over."