Barcelona leidt in La Liga met 68 punten. Dat zijn er 12 meer dan de rivaal uit Madrid. Op 5 april treffen beide ploegen elkaar weer in Camp Nou in de halve finale van de Copa del Rey. De Catalanen verdedigen een 1-0-voorsprong uit de wedstrijd in Madrid.
De thuisploeg begon onder toeziend oog van Johan Cruijffs weduwe Danny en voormalig coach en huidig ManCity-trainer Pep Guardiola furieus aan het vierde treffen van dit seizoen. Het eerste schot op doel was van Robert Lewandowski, doelman Thibaut Courtois moest redding brengen op een kopbal van Raphinha en Sergi Roberto schoot over. En vervolgens was het ineens 1-0 voor Real. Een schot vanaf links van Vinícius Júnior belandde via het hoofd van Ronald Araújo achter Barça-doelman Marc-André ter Stegen.
Weinig kansen
Barcelona moest daarna nog meer aanvallen, maar de echte kansen waren schaars en dan was er nog Courtois die tegenhield. Vlak voor de rust werd de Belgische keeper toch gepasseerd. Een schot van Araújo werd geblokt en de daaropvolgende inzet van Raphinha ook, maar de derde poging van Sergi Roberto was wel raak. Het was zijn eerste treffer tegen Real in 19 edities van de Clásico.
In de tweede helft zocht vooral Barcelona naar een tweede treffer. Lewandowski schoot op doel en probeerde het later nog eens met een volley. Real werd een paar keer gevaarlijk, vooral na balverlies bij de thuisploeg. Rodrygo schoot hoog over en Vinícius ook. Real leek de wedstrijden naar zich toe te trekken door een knappe intikker van Marco Asensio. De voor Federico Valverde ingevallen Asensio stond echter net buitenspel, constateerde de VAR.
Kessié
De Clásico leek op een gelijkspel uit te lopen totdat Kessié in de 2e minuut van de extra tijd alsnog doelman Courtouis wist te kloppen. Het was het eerste competitiedoelpunt van de van AC Milan overgekomen verdediger.