De race werd vanaf de eerste ronde geteisterd door hevige regenval en kreeg in de eerste ronde al een virtual safety car voorgeschreven om schade van de voorvleugel van toekomstig Haas-coureur Ollie Bearman op te ruimen. Tegen de tijd dat de derde ronde was aangebroken waren de omstandigheden opnieuw verslechterd en koos de organisatie voor een rode vlag.
Na de onderbreking duurde het niet lang voor de race opnieuw werd opgehouden, ditmaal door twee uitgevallen auto’s: kampioenschapsleider Paul Aron, die in contact kwam met Pepe Martí, en zijn achtervolger, Isack Hadjar, vielen los van elkaar uit, wat voor een safety car zorgde. Met een tikkende klok werd besloten de race op tijd af te ronden.
Drama voor Bearman en Martins
Ollie Bearman, die eerder in de race schade aan zijn voorvleugel had na een touché, reed de zandbak in bij Copse, viel weg uit de punten ne parkeerde zijn bolide kort later naast het circuit. Ook Victor Martins’ race eindigde in mineur: na contact met Zac O’Sullivan, die enkele rondes eerder het thuispubliek nog liet juichen met een mooie actie op Franco Colapinto om P7 over te nemen, kwam Martins niet meer weg en viel de Fransman uit.
Vooraan vochten Andrea Antonelli en Zane Maloney om de koppositie, maar ging Antonelli er twee keer vandoor na beide herstartmomenten. Zonder om te kijken vloog de Italiaan, die in de Mercedes-stal zit, uit beeld van Maloney, die kort na de herstart een seconde per ronde opgaf aan Antonelli, die nog geen race in Formule 2 had gewonnen. Zijn koppositie gaf hij niet meer weg nadat Bearman’s auto achter de barricade werd geparkeerd.
Het Mercedes-talent eindigde na 21 rondes op zo'n zeven seconden van Zane Maloney, die Gabriel Bortoleot na een intens gevecht met teamgenoot Kush Maini als derde zag eindigen.