Nederlandse baanrenners voor zesde keer Europees kampioen op de teamsprint
Vijf keer waren Lavreysen en Van den Berg bij het behalen van Europese titels betrokken. Hoogland was er alle keren bij. Hij stond in 2015 al op het podium, toen met Hugo Haak en Nils van 't Hoenderdaal. Ook op de WK's van 2018 tot en met 2021 was Nederland oppermachtig. In dat laatste jaar werd in Tokio ook de olympische titel veroverd.
Afgelopen najaar ging het op een groot toernooi voor het eerst sinds lange tijd mis met 'slechts' zilver op de WK achter Australië, met een te verwaarlozen verschil. Er waren redenen aan te voeren: Van den Berg kampte met een rugblessure, Hoogland was niet topfit en zegde later af voor het individuele sprinttoernooi. Ook met de begeleiding was niet alles op orde. Sprintbondscoach René Wolff, teruggekeerd na het vertrek van succescoach Haak, bleek geen match meer met de inmiddels wereldtoppers die hij in hun jongere jaren nog had begeleid.
Mehdi Kordi
De KNWU nam afscheid van de Duitser en stelde de Brit Mehdi Kordi aan als sprintcoach, een goede bekende van de sprinters omdat hij al een kleine vier jaar deel uitmaakte van het begeleidingsteam. Met Kordi wordt de weg ingezet naar titelprolongatie op de Olympische Spelen van Parijs. Grootste knelpunt blijft de smalle basis. Woensdag mocht Tijmen van Loon in de kwalificatie rijden en kwam het team tot een acceptabele tijd, in die fase ook de beste van allemaal. In de avond kwam zoals voorzien Hoogland de 21-jarige Amstelvener vervangen.
Op de openingsavond van de EK was er eerder op de avond al brons voor de vrouwen op de teamsprint en voor Philip Heijnen op het onderdeel afvalkoers.