Opinie: ophouden met de schijntegenstelling tussen thuissupporters en 'uitfans'
Allereerst is het verstandig om eens een genuanceerde definitie van de bezoeker van uitwedstrijden op te stellen. Want in het ‘framen’ van de voetbalfan gaat het vaak al faliekant mis. Je moet toch wel een bepaalde afwijking hebben om je club door dik en dun en door heel Nederland te willen steunen? Nou precies: die afwijking heet dus clubliefde. Is het bezoeken van tweemaal 45 minuten voetbal in eigen stad nog binnen een dagdeel af te werken, daar moet je bij uitwedstrijden rekening houden met minimaal een ‘werkdag’ en gezien de reisafstanden niet zonder uitzondering meer dan een half etmaal per twee weken.
Wat is het profiel van zo’n bezoeker van uitwedstrijden? Over het algemeen is de grote gemene deler een enorm hoge betrokkenheidsgraad, mensen die leven met en voor hun club. Het gaat aan de ene kant om supporters die soms al meer dan een kwart eeuw vrijwillig in het georganiseerde busvervoer van hun eigen fanclub stappen, tot mensen die liever met familie of vrienden in hun eigen auto afreizen naar uitwedstrijden. Van ultra’s die met trommels, vlaggen en gezang voor luide ondersteuning van hun ploeg zorgen tot fans die er een sport van maken om juist met het openbaar vervoer zo lang mogelijk van hun ‘away days’ te kunnen genieten.
Schijntegenstelling
Vrijwel alle clubs in de Eredivisie kennen alle individuen die de uitwedstrijden van hun club bezoeken persoonlijk. Sterker nog, in tegenstelling tot thuiswedstrijden – die in de praktijk anoniem te bezoeken zijn – wordt bij uitwedstrijden veelal 100% op ID-bewijs gecontroleerd. Dit heeft behalve een veiligheidsreden ook nog een andere ontstaansgeschiedenis. De supporters die het vaakst de moeite nemen om hun club achterna te reizen, genieten een voordeel ten opzichte van ‘de rest’ in gevallen van schaarste door kleine uitvakken of bij populaire duels, zoals derby’s. Iedere seizoenkaarthouder is een potentiële uitfan mits hij of zij dus de kaart op de eigen naam heeft staan.
Het bezoeken van je favoriete club in een ander stadion wordt de laatste jaren meer en meer beperkt. Op de thuisvakken zijn bij de meeste clubs steeds meer beperkingen en dat hangt weer samen met de verscherpte maatregelen voor de uitvakken. Hoe hoger de drempel wordt opgeworpen om als bezoeker in het uitvak te kunnen plaatsnemen, hoe meer fans van de tegenstander hun heil zullen zoeken op de thuistribunes. En zo raakt de gehele verkoop in een negatieve spiraal, met als beste voorbeeld een slechts half gevuld stadion bij de recente toch zeer interessante kwartfinale in de beker tussen Heerenveen en Feyenoord.
Faciliteiten
Helaas zijn veruit de meeste stadions in Nederland sowieso al ongeschikt om het met elkaar afgesproken aantal uitfans te ontvangen op een laagdrempelige manier, die voldoet aan de vereisten van de lokale overheden. Of het nu gaat om 400 plekken in het bezoekersvak of 1.600, veelal kan die capaciteit niet volledig benut worden bij verplicht vervoer per auto omdat de parkeergelegenheden niet groot genoeg zijn. Zelfs de extra kosten die moeten worden gemaakt door de thuisclub om het uitvak optimaal te kunnen benutten, worden opgevoerd om de capaciteit in te perken. En dan is er nog de locatie van het uitvak, veelal met het minst goede zicht en helaas ook geregeld direct naast de fanatieke fans van de tegenstander gesitueerd. Om over de kwaliteit van de horeca en het sanitair in sommige gevallen nog maar te zwijgen.
In coronatijd was het heel simpel wegstrepen van uitfans, terwijl de rest van het stadion al wel weer (ten dele) benut mocht worden, een voorbode voor de slechte ontwikkelingen van de laatste maanden. Incidenten rondom thuiswedstrijden worden hiermee afgewend op een collectieve groep fans, die veelal niets te maken heeft met dit soort wangedrag. Collectief straffen in plaats van dadergerichte aanpak is echter een trend die lijkt te zijn ingegeven door gebrek aan mankracht bij de politie. Die laat zelfs bij monde van zegsmensen optekenen een kleine groep supporters niet meer te willen begeleiden ten koste van andere burgers en agenten. Daar is het frame van de schijntegenstelling.
Fancultuur
Burgemeesters adviseren elkaar inmiddels ook onderling om strenge maatregelen af te kondigen en soms zelfs helemaal geen uitfans meer toe te laten in het stadion in hun speelstad. De burgemeester van Leeuwarden laat het hele seizoen het eigen uitvak van Cambuur leeg en Cambuur was op zijn beurt niet meer welkom in Eindhoven. Supporters van FC Groningen en SC Cambuur worden collectief gestraft voor de wandaden of bedreigingen van personen, die blijkbaar tijdens het plegen daarvan - ondanks de massale inzet van die politie en ME bij risicowedstrijden - niet te voorkomen waren. Zij mogen nog blij zijn als ze volledig gecontroleerd op halve capaciteit en zonder alcohol de halve dag onderweg mogen zijn in een bus, die ze pas weer in de eigen speelstad mogen verlaten. Onbegonnen werk voor supporters die door heel Nederland wonen en voor wie de uitwedstrijden juist makkelijker te bezoeken zouden moeten zijn.
Stadions zijn anno 2023 volgehangen met de meest geavanceerde camera’s. Het aantal opgespoorde plegers van voetbalgeweld is steeds hoger, net als de pakkans bij misdragingen. De voetbalbond, supportersgeledingen en clubs zijn allemaal van mening dat uitfans integraal onderdeel zijn van de voetbalbeleving. De UEFA benadrukte dat afgelopen week nog maar eens met een statement naar aanleiding van de praktijken in Napels. In grote nabijgelegen landen als Duitsland en Engeland is deze fancultuur niet weg te denken uit het voetbal. Toch slagen we er in Nederland in om dit ideaalbeeld steeds verder uit het oog te verliezen.
Oplossingsgericht
We blijven decennium na decennium maar oplossingen verzinnen, waarvan later blijkt dat ze niet doelmatig zijn of waarvan instanties ze simpelweg weigeren uit te voeren. De invoering van de ClubCard, zo’n kwart eeuw terug, is tegenwoordig alleen nog een vehikel om personen op basis van centrale ID-registratie op basis van woonplaats, geboorteplaats op favoriete club uit te sluiten van willekeurig stadionbezoek. De invoering van de voetbalwet nam jaren in beslag, maar het handhaven via een meldplicht, komt vreemd genoeg alsnog niet van de grond. Zo wordt de succesformule van de Engelse methode nog steeds onvoldoende benut.
Hoewel de huidige verhitte verhoudingen voldoende uitdagingen bieden en prioriteit verdienen, worden er alweer miljoenen verspijkerd aan het volgende fenomeen: het invoeren van Artificiële Intelligentie (AI) in stadions. Op voorhand gedoemd een volgende vlag op een modderschuit te worden en weer eens een staaltje van symboolpolitiek. De enige manier om tot normalisatie in alle opzichten te komen, is namelijk het gesprek met elkaar te blijven aangaan en discussies op inhoud te voeren. Helaas lijken deze oplossingsgerichte ontwikkelingen echter verder weg dan ooit door alle steeds verder polariserende maatregelen en het toenemend preken voor eigen parochie.