Het Nederlands elftal speelde in het verleden nog niet eerder tegen Senegal en gastland Qatar, dat op 29 november de derde tegenstander in groep A is. Tegen Ecuador, op 25 november de tweede opponent, speelde Oranje wel al twee keer: in 2006 won Nederland met 1-0, in 2014 eindigde het oefenduel in 1-1. Tegen dertien landen die meedoen aan het WK wist Nederland de helft van de wedstrijden of meer te winnen. Veel van deze landen trof het Nederlands elftal slechts enkele keren. Behalve Wales: alle tien wedstrijden tegen dit land werden gewonnen door Nederland.
Mocht Oranje doorgaan naar de achtste finales, dan treft het daarin een land uit groep B: Engeland, Iran, de Verenigde Staten of Wales. Op basis van de historische data zouden de kansen tegen Iran en Wales het grootst zijn, Oranje won alle interlands tegen deze landen. Van de VS won het Nederlands elftal vier van de vijf ontmoetingen.
Als de equipe van bondscoach Louis van Gaal verder komt in het toernooi, kan het op Portugal stuiten. Dat land blijkt een geduchte tegenstander uit het verleden, waarvan Nederland verhoudingsgewijs de meeste wedstrijden verloor. Slechts in twee van de veertien duels wist het Nederlands elftal de winst naar zich toe te trekken. Acht keer wonnen de Portugezen.