Er waren bijna twee maanden verstreken sinds de laatste LaLiga-wedstrijd van Real Madrid, maar er is nog weinig veranderd en dat is slecht nieuws voor de ploeg van Carlo Ancelotti. Real won door twee treffers van Benzema, maar aanvallend is er geen enkel teken van verbetering en opnieuw moest Madrid vertrouwen op het talent van Courtois om een resultaat te behalen dat hen bovenaan de ranglijst plaatst, in afwachting van het resultaat van FC Barcelona, dat 2022 afsluit met een thuiswedstrijd tegen Espanyol.
De standaard basiself kende twee wijzigingen met Ceballos voor Modric en Asensio voor Tchouaméni, maar toonde geen technische superioriteit. Valladolid dichtte alle gaten zodat Benzema weinig in het spel voorkwam. En Vinicius werd afgestopt door Fresneda, een afvaller uit de jeugdacademie van Real Madrid. Met die defensieve standvastigheid begon de ploeg van Pacheta zich comfortabel te voelen en klaar om in de aanval te gaan.
Tot zijn ongeluk, en tot geluk van Madrid, was de Belgische doelman Courtois in de 'beste keeper ter wereld'-modus. Hij bewees dat door een schot van Sergio León te keren. En daarna bij een schot van Álvaro Aguado, waarbij hij zijn bijna twee meter uitstrekte om zichzelf nog groter te maken en een onmogelijke redding te verrichten. En ten derde met een ‘save’ op een kopbal van Sergio León die hij redde toen de bal al langs hem heen leek te zijn gegaan. Sensationeel.
Aan de overzijde werd een kopbal van Rudiger door Javi Sánchez met de hand geraakt. Deze keer ging scheidsrechter Munuera, die de overtreding niet had gezien, wel naar de VAR om vervolgens een penalty af te kondigen, die Benzema zou scoren. Het doelpunt ging ook gepaard met een directe rode kaart voor Sergio León, die iets ernstigs te zeggen had tegen de vierde official. In de jacht op de gelijkmaker liet Valladolid gaten vallen waar Madrid van droomde. Camavinga vond Benzema en laatstgenoemde bepaalde de eindstand op 0-2.