Steenbergen komt tijdens Spelen op slechts twee individuele afstanden in actie
"We hebben een afweging gemaakt: hoeveel energie kost het om veel te zwemmen en wat levert het op voor je belangrijkste afstand, de 100 vrij?", licht Pearson toe. "Het is niet alleen belangrijk om fysiek de week goed door te komen, maar ook mentaal. De 200 vrij ligt in Parijs vóór de 100 vrij en de halve finale van de 50 vrij staat vijf minuten voor de finale van de 200 meter wisselslag gepland. Vandaar deze keuze."
Bovendien komt Steenbergen in Parijs in actie op vier estafettes: 4x100 en 4x200 vrij vrouwen, 4x100 wisselslag gemengd en 4x100 wisselslag vrouwen.
Regerend wereldkampioene
Steenbergen is de regerend wereldkampioene op de 100 vrij. Afgelopen februari zwom ze in Doha een toptijd van 52,26 seconden in de WK-finale. De beste seizoenstijd wereldwijd staat op naam van Siobhan Haughey uit Hong Kong met 52,02. De Australische zwemsters Mollie O'Callaghan (52,27) en Meg Harris (52,52) zijn ook voorname concurrenten voor een medaille.
Wat eveneens meespeelde in het besluit om het programma iets te beperken was het feit dat Steenbergen op de vorige twee WK's (afgelopen februari in Qatar en vorige zomer in Japan) tegen het einde van het toernooi ziek was geworden. "Ze had toen een zeer omvangrijk programma met respectievelijk 21 en 17 starts. We willen dat Marrit op de Spelen ook nog aan het einde van het programma kan shinen", stelt Pearson.
Wisselslagestaffettes
Op de laatste twee dagen van het olympisch zwemtoernooi staan de twee wisselslagestaffettes met de gemengde ploeg en de vrouwen op het programma. Ook op deze estafettes is Nederland kansrijk.
Volgens Pearson staat Steenbergen er 3,5 week voor de start van de Olympische Spelen goed voor. Begin juni werd de geboren Friezin geveld door koorts en kon ze vijf dagen niet in het water trainen. "Inmiddels zit ze weer helemaal op schema en ik zie een mooie stijgende lijn", zegt Pearson.
Kim Busch
De plaats van Steenbergen op de 50 vrij wordt nu ingenomen door Kim Busch die als derde zwemster, na Steenbergen en Valerie van Loon, had voldaan aan de olympische limiet op deze sprintafstand. Per discipline geldt een maximum van twee zwemmers per land.