Dominic Thiem kijkt zonder spijt terug op carrière: 'Nooit succes verwacht'

Thiem won de U.S. Open in 2020 voordat hij in 2021 een polsblessure opliep, waardoor hij maanden niet in actie kwam en ver wegzakte op de wereldranglijst. Eerder dit jaar kondigde hij aan dat hij aan het einde van het seizoen 2024 met pensioen zou gaan, nadat hij in oktober op zijn thuistoernooi, de Vienna Open, zal spelen.

“Ik had het de afgelopen jaren moeilijk genoeg, vooral omdat ik niet terug kon komen op mijn niveau, maar toen ik dit jaar in maart de beslissing nam, was ik er blij mee”, vertelde Thiem aan verslaggevers na zijn verlies met 6-4, 6-2, 6-2.

“Ik was ook in staat om me voor te bereiden op dit nieuwe hoofdstuk dat eraan komt. Eerlijk gezegd vond ik het heerlijk om op tournee te spelen en ik had er veel geduld voor, maar ik heb er ook altijd van genoten om thuis te zijn en een soort normaal leven te hebben. Daarom denk ik dat het niet zo moeilijk voor me is en daarom ben ik ook echt blij met mijn beslissing.”

'Erg blij met mijn carrière'

Op de vraag of de blessure erger voor hem was geweest of de psychologische tol van het langdurig aan de kant staan, zei Thiem: “De basisreden waarom ik hier nu ben en vrij jong met pensioen ga, is de pech met de polsblessure. Maar nogmaals, ik ben erg blij met de carrière die ik daarvoor had. Ik had nooit verwacht dat het zo succesvol zou zijn, dus ik heb niet echt spijt en daar ben ik goed mee.”

De voormalige nummer drie van de wereld keek ook terug op zijn successen op Flushing Meadows, waar hij bij zijn debuut de vierde ronde bereikte en memorabele vijfsetters speelde tegen Juan Martín del Potro en Rafa Nadal.

“Toen ik hier voor het eerst kwam als prof, speelde ik meteen vierde ronde, en dat gaf me een boost voor alle komende jaren,” zei Thiem.

“Als je echt goede herinneringen hebt of als je een goede start hebt, geeft dat echt positieve vibes voor de toekomst... Maar toch, 2020 gaat boven alles en staat ook boven alles in mijn tenniscarrière.”