Turners Casimir Schmidt, Frank Rijken en Loran de Munck naar finales Spelen

De Munck staat volgende week zaterdag nog een keer in de Arena Bercy waar hij zich als achtste en laatste plaatste voor de toestelfinale op voltige.

Zoals verwacht was de score van het team (247,295) niet genoeg voor de landenfinale, al scheelde het toch maar een half punt. Schmidt, De Munck, Rijken, Jermain Grünberg en Martijn de Veer eindigden als tiende. China had de hoogste score: 263,028. Individueel was de Chinees Zhang Boheng de beste: 88,597.

Debuut

Schmidt (28) maakte in Parijs eindelijk zijn olympische debuut. "Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe het gegaan is. Het is nog best wel vers", zei de 28-jarige turner aan het einde van de middag, kort na zijn rondgang langs zes toestellen. "Als team hebben we het best goed gedaan, geen val meegenomen en verbeterd ten opzichte van de WK in Antwerpen. Daar ben ik best wel trots op."

Op dat moment waren Schmidt en bondscoach Dirk Van Meldert ervan overtuigd dat de teamfinale niet meer haalbaar zou zijn. Er was nog een avondlijke subdivisie te gaan. "Heb je gezien wat daar op het laatst allemaal gebeurd is?", zei de Belg toen alle turners in actie waren geweest. "Wij zijn zo kritisch dat we niet alles eruit hebben gehaald. Maar Spanje heeft heel veel fouten gemaakt en Turkije en Italië ook. Het zijn toch de Olympische Spelen: de spanning. Met een foutje minder hadden we toch in de finale gestaan."

'Een half punt'

Schmidt zag op de tribune "vrij relaxed" dat zijn finaleplaats al snel binnen was. "Ik was vooral zenuwachtig voor Loran en op het laatst raakten we opeens weer in de war dat we de landenfinale konden halen. Een half punt. Ik baalde heel erg: ik heb dat halve punt zeker laten liggen. Met mij de andere jongens ook. Maar daar moet je niet over blijven nadenken. We hebben twee allroundfinales en een toestelfinale. Daar hadden we vooraf voor getekend."