Leicester City begon aan de wedstrijd na drie opeenvolgende uitoverwinningen, die allemaal werden behaald met een ‘clean sheet’ en ze stonden al na minder dan vier minuten op voorsprong op Anfield. Een lange bal van Danny Ward vond Harvey Barnes en na een combinatie tussen de vleugelspeler en Patson Daka, vond Kiernan Dewsbury-Hall een zee van ruimte had. De afwerking was kalm en beheerst.

Liverpool had moeite met het creëren van kansen in hun poging om gelijk te maken - pas in de 35e minuut was er een eerste schot op doel. Maar gelukkig voor de mannen van Jürgen Klopp konden ze vertrouwen op Leicester-verdediger Faes. De eerste eigen goal was bijzonder ongelukkig, de bal ging van zijn voet, over Ward en via de paal binnen, maar de tweede had hij makkelijk kunnen wegwerken in plaats van in het dak van het eigen doel te schieten, nadat Darwin Nuñez de paal had geraakt. Ondanks dat ze de keeper van hun tegenstander voor de pauze slechts één keer op de proef stelden, hadden de gastheren bij de rust twee doelpunten en een voorsprong. Zeer opmerkelijk.

De mannen van Klopp waren erop gebrand de voorsprong aan het begin van de tweede helft uit te breiden met kansen voor Henderson, Mohamed Salah en Nuñez. Leicester was niet zonder aanvallende dreiging en doelman Alisson moest alert zijn om de inzet van Barnes van dichtbij te stoppen. Maar uiteindelijk hield Liverpool stand en kon het de wedstrijd met relatief gemak uitspelen. Door het resultaat stijgt Liverpool naar de zesde plaats, slechts twee punten achter Manchester United dat vierde staat. Leicester, ondertussen, blijft wegkwijnen in de middenmoot en moet oppassen niet in een degradatiestrijd terecht te komen.