De Champions League kennen we van het verheven hymne, de beste spelers, de mooiste stadions, de luidste fans… Maar begint elk jaar met nederige wedstrijden in de cultkrochten van Europa. De grootste clubs van de kleinste voetballanden van het continent krijgen al in begin juli de kans om zich te bewijzen in de competitie van ‘die Meister, die Besten, les grandes équipes, the champions’.
Litouwse eer
De allereerste stappen in het Europese clubvoetbal worden dit jaar gezet in Panevėžys, de vijfde grootste stad van Litouwen. FK Panevėžys won de A Lyga in 2023 met 87 punten en slechts één nederlaag in 36 wedstrijden. De thuishaven en het decor voor hun allereerste duel in Champions League-historie is het Aukštaitija-stadion, een stadion met een capaciteit van 6.600 toeschouwers.
De tegenstander van Panevėžys is er één van grotere faam: het Finse HJK Helsinki is de tegenstander in het Champions League-debuut van de Litouwse kampioen. Om 17.30 uur is de Champions League officieel onderweg en wordt er afgetrapt in Noord-Litouwen.
Dwergstaten goed vertegenwoordigd
Nog vóór de wedstrijd in Litouwen is afgelopen, staat het volgende duel op het programma. Op het zonnige Malta waait de Champions League-wind in volle glorie met een thuiswedstrijd voor tienvoudig landskampioen Hamrun Spartans.
De club uit het kleine Hamrun, een dorp van 1,1 vierkante kilometer wat door geen 10.000 mensen “thuis” wordt genoemd, krijgt bezoek van de Gibraltese grootheid Lincoln Red Imps, 28-voudig kampioen van de Gibraltar National League. Het Victor Tedesco Stadium is normaal het stadion waar 1.962 toeschouwers ‘hun’ Spartans toejuichen, maar voor deze wedstrijd is het Centenary Stadium (capaciteit 2.000 toeschouwers), gelegen naast het Maltese nationale stadion, in Ta' Qali het decor voor de ploeg die voor het tweede jaar op rij haar geluk beproeft in ’s werelds grootste clubcompetitie.
De grootste eer van de avond komt het San Marinese Virtus toe. De ploeg uit Acquaviva won afgelopen seizoen voor het eerst de landstitel en mag voor het eerst in de clubhistorie een Europese wedstrijd spelen. De tegenstander is echter niet één van hetzelfde formaat: het Roemeense FCSB, het voormalige Steaua Boekarest, Europa Cup I-winnaar van 1986, komt op bezoek in het San Marino Stadium, het nationale stadion, waar 6.664 fans in passen.
Ook in Andorra wordt vanavond gevoetbald: kersvers Andorrees kampioen UE Santa Coloma mag voor de eerste keer meedoen aan de Champions League na acht keer eerder in de eerste kwalificatierondes van de Europa en Conference League te hebben gespeeld. Het Kosovaarse FC Ballkani is de tegenstander in het pittoreske Estadi Nacional, het nationale stadion in Andorra la Vella, dat toegang biedt tot 3.306 toeschouwers.
Klein, kleiner, kleinst
Het onderonsje tussen de Welsh-Engelse giganten The New Saints (TNS) en Decic uit Montenegro is er één om rekening mee te houden: TNS is 16-voudig kampioen van Wales en won de laatste drie Cymru Premier-titels op rij. Sterker nog: slechts twee van de laatste 13 titels werden niet gewonnen door de ploeg die al 40 Champions League-wedstrijden op haar conto heeft staan. Tegenstander Decic is daarentegen een Champions League-debutant en maakt haar grootse opwachting in Park Hall te Oswestry, een plaatsje met 17.509 inwoners in het Engelse Shropshire.
Voor het kleinste stadion reizen we echter af naar IJsland, waar we de hoofdstad opzoeken. Vikingur Reykjavik, zevenvoudig IJslands kampioen, ontvangt het Ierse Shamrock Rovers in Víkingsvöllur, een stadion in de wijk Fossvogur. De ploeg van Arnar Gunnlaugsson hoopt voor een uitverkocht stadion te spelen, wat zou betekenen dan 1.449 mensen de ploeg mogen toejuichen in de zevende Champions League-partij in clubhistorie.