Jammergenoeg voor de 33-jarige Kanté leidden zijn aanvallende ingevingen niet tot een treffer. Frankrijk had uiteindelijk een eigen doelpunt van Maximilian Wöber, oud-speler van Ajax, nodig voor een zege. Kanté verijdelde vlak voor het einde van de wedstrijd nog wel een uitbraakpoging van Patrick Wimmer. Zo voorkwam hij nog meer leed voor zijn ploeg, die de vedette Mbappé zag uitvallen met een gebroken neus en bebloed gezicht.
Daar stond hij dan na de wedstrijd op een podium in de Merkur Spiel-Arena van Düsseldorf. Kanté, 1,68 meter klein, was zojuist door de UEFA tot beste speler van de wedstrijd vernoemd. "Ik ben blij dat ik mijn land weer kan helpen", zei de Fransman met Malinese roots. "We moeten wel beter omspringen met de kansen die we krijgen. Dan kan het weer een mooi toernooi worden."
Geen spijt
Didier Deschamps keek lachend toe hoe tientallen Franse journalisten weer aan de lippen van Kanté hingen. De bondscoach van de finalist van het laatste WK in Qatar kreeg veel kritiek toen hij de mannetjesputter opnam in zijn selectie voor het EK in Duitsland. Veel vertegenwoordigers van de media en fans snapten niet wat Deschamps bezielde om een speler die voor een salaris van 100 miljoen euro per seizoen in Saudi-Arabië voetbalt nog voor de nationale ploeg uit te nodigen.
"Er zijn sterkere competities dan die van Saudi-Arabië", erkende Deschamps. "Maar N'Golo is fit en heeft afgelopen jaar zo'n 4000 minuten gespeeld. Dan heb je het over meer dan veertig duels. Ik heb een speler met het spelinzicht van Kanté nodig, ook om andere voetballers beter te laten functioneren." En dus maakte de oud-speler van Chelsea begin deze maand tijdens een oefenduel met Luxemburg na 734 dagen zijn rentree in de nationale ploeg.
Kanté had nog nooit met Youssouf Fofana, Randal Kolo Muani, Ibrahima Konaté of Jonathan Clauss op een veld gestaan. "Maar het is zo lekker om met hem te spelen", zei Konaté na het duel met Luxemburg. Deschamps liet Kanté dus ook aan de aftrap verschijnen voor het eerste EK-duel met Oostenrijk, in plaats van Aurélien Tchouaméni (Real Madrid) en Warren Zaïre-Emery (Paris Saint-Germain). Hij heeft er tot nu toe geen moment spijt van gekregen.