Chaos aan de bal
Aan de bal leverde Veerman een meer dan dramatisch optreden voor Oranje. De middenvelder, die door bondscoach Ronald Koeman in de basis werd gezet om zijn passing en daarin met de snelheid van anderen “belangrijk moest zijn”, deed ook statistisch gezien meer fout dan goed.
Veerman kreeg 29 keer de bal tegen Oostenrijk en verloor 16 keer balbezit, wat neerkomt op balverlies in 55% van zijn balcontacten en tweemaal zoveel balverlies als de eerstvolgende in deze statistiek (Memphis, 8). Veerman poogde 19 keer de bal te passen, maar zag liefst 10 van deze passes niet aankomen: een passnauwkeurigheid van slechts 47%.
De twee lange ballen die Veerman poogde kwamen allebei niet aan en de ene dribbel die de PSV-spelmaker maakte, slaagde niet.
Anoniem zonder de bal
Veerman werd door Koeman in de basis gezet om zijn kwaliteiten aan de bal, maar schoot niet alleen daar, maar ook van de bal tekort.
De geboren Volendammer ging 4 persoonlijke duels aan in zijn 35 minuten speeltijd en won er hier slechts 1 van. Wel won Veerman zijn ene kopduel in de eerste helft. Hij won eenmaal balbezit tegen Oostenrijk (ter vergelijking: Schouten won 2 keer balbezit en Reijnders 4 keer), maakte 0 tackles en had 0 intercepties.