Koeman was zo blij en opgelucht na de zenuwslopende kwartfinale van het Nederlands elftal tegen Turkije (2-1) dat hij samen met zijn spelers van links naar rechts danste terwijl het nummer van de Snollebollekes uit de speakers van het Olympiastadion in Berlijn schalde. "Nou ja, de fans hadden ons zo gesteund en spelers en de staf wilden me erbij hebben", vertelt hij tijdens een gesprek met een aantal vaste volgers van Oranje in Wolfsburg. "Ik was oprecht blij. Als je eruit gaat, dan vinden veel mensen dat toch een afgang, al ben ik het daar niet mee eens."
De 61-jarige Koeman ziet het krachtsverschil tussen landenploegen al jaren kleiner worden. "Het is echt niet zo dat je maar even wint als de tegenstander geen Spanje is. Geen ploeg op dit EK wint alle duels makkelijk. Het ligt allemaal dichter bij elkaar dan veel mensen denken."
Andere sfeer
De bondscoach erkent dat Oranje niet mag klagen over het speelschema, met tegenstanders als Roemenië en Turkije in de achtste finale en kwartfinale. "Maar we spelen woensdag een halve eindstrijd tegen Engeland, dat hadden niet veel mensen verwacht. Het EK is nog geen succes, dat is het pas als we winnen. Als dat niet lukt, dan gaan we analyseren en kijken hoe het beter moet."
Koeman werkt als bondscoach in een andere sfeer dan 36 jaar geleden, toen hij als speler met Oranje Europees kampioen werd in Duitsland. "Gelukkig waren mijn spelers best hard voor elkaar na de nederlaag tegen Oostenrijk. Maar soms accepteren ze nog fouten van elkaar in het veld. Wij scholden elkaar vroeger voor klootzak uit en na de wedstrijd was het vaak weer goed. Maar de werksfeer is overal anders met de huidige jeugd."
Koeman denkt dat hij door de jaren heen als trainer iets milder is geworden. "Maar ik haal Joey Veerman er nog steeds na 35 minuten af als ik ontevreden ben", zo doelt hij op de snelle wissel in het verloren duel met Oostenrijk. "Maar ik laat hem niet als een dood vogeltje in een hoekje zitten en betrek hem er weer bij als dat kan", verwijst de bondscoach naar een invalbeurt voor de Volendammer in het daaropvolgende duel, met de Roemenen.