"We begonnen heel slecht", zei Koeman. "We verdedigden slecht en gaven veel te veel ruimte tussen onze linies weg. We waren niet agressief genoeg en aan de bal waren we ondermaats. De spelers communiceerden ook niet voldoende met elkaar. We stonden soms ook als een kip zonder kop te verdedigen en liepen veel te vaak uit onze posities. Uiteindelijk komen we nog wel terug, maar geven we de doelpunten ook weer veel te makkelijk weg. Voor de tweede en derde goal lopen we niet mee met onze tegenstander. Dat is een probleem dat we wel vaker zien in Nederland. Als je zo speelt, dan heb je geen recht op meer."

Nederland leeft nog

"Het enige positieve is dat we nog leven", doelde Koeman op een plek in de achtste finales. "We zijn nog niet knock-out, we staan nog overeind. Hoe het nu verder moet? Daar ga ik over nadenken. Ik weet dat onze ploeg veel beter kan. De zege op Polen gaf een goed gevoel en met een gelijkspel tegen Frankrijk kon ik ook leven. Maar nu was het echt ondermaats, in heel veel opzichten. Ik ben nog lang niet bij het moment om rigoureus in te grijpen. We moeten duidelijk de puntjes op de i zetten. Op het moment dat we de bal hebben, maar ook zeer zeker als we de bal níet hebben."