Het seizoen 2021/2022 was op het hoogste niveau het meest doelpuntrijke voor Reijnders, die toen bij AZ in 33 competitieduels vier keer scoorde. Het jaar daarna bleef hij op drie treffers in de competitie steken en in zijn eerste seizoen bij AC Milan kwam hij tot datzelfde aantal.

"De kans die ik zondag in de beginfase tegen Polen kreeg, schoot ik er ook liever in", sprak Reijnders. "Ik ben er ook weer niet te veel mee bezig, want anders gaat het in mijn hoofd zitten en komt het bij elke kans die je krijgt terug in je hoofd. Ik denk niet dat dat goed is. Wat je wel moet doen, is beelden terugkijken en zien wat je de volgende keer beter kan doen."

'Doodschop'

Het was op voorhand niet de bedoeling dat Reijnders op het EK als meest aanvallende middenvelder zou spelen. Na het wegvallen van de geblesseerde Teun Koopmeiners en Frenkie de Jong, is hij wel in die rol terechtgekomen. PSV'ers Joey Veerman en Jerdy Schouten staan achter hem.

"We hebben maandag de momenten teruggekeken. Dan kijk je natuurlijk naar wat er beter kon, maar ook naar wat goed ging", aldus Reijnders. "De conclusie was dat wij bij bepaalde momenten te dicht bij elkaar stonden en bij het druk zetten juist te ver uit elkaar. Dat laatste moeten we veranderen, zodat we bij een counter van een tegenstander nog minder hoeven te rennen. Al met al vonden we elkaar vrij snel en gemakkelijk. We mogen niet klagen."

Het is allemaal rap gegaan bij Reijnders, die in september pas debuteerde bij Oranje, kort na zijn overgang naar Italië. De geboren Zwollenaar speelde op 17-jarige leeftijd nog in het eerste elftal bij een amateurclub, in de vierde klasse, een laag niveau. "Toen speelden we af toe tegen clubs waar vooral, met alle respect, boeren in speelden. Dan moest je wel oppassen voor een doodschop. Ik heb er een keer eentje gekregen. Daardoor heb ik wel geleerd dat als je in beweging blijft, je uit de duels kan blijven. Dat neem je toch mee, al denk ik dat ik op dit niveau niet zo snel een doodschop meer krijg."