Dit waren de uitblinkers van dit Eredivisie-seizoen volgens de statistieken

Doelpunten

De twee topschutters van de competitie zijn Anastasios Douvikas en Xavi Simons met negentien treffers. Er is slechts één speler die dit seizoen meer expected goals kreeg toegekend dan de twee topscorers en dat is Luuk de Jong. De spits van PSV had 17,2 expected goals, maar wist uiteindelijk veertien keer toe te slaan.

Als we het totale aantal doelpunten vergelijken met de expected goals, blijkt dat Ricardo Pepi en Václav Černý het best met hun kansen zijn omgegaan van alle spelers met meer dan tien doelpunten. Zij kwamen tot respectievelijk twaalf en dertien treffers met slechts 7,2 en 7,4 expected goals.

Spelers met minder doelpunten in totaal, maar die ook zeer effectief bleken, zijn bijvoorbeeld Mica Pinto met drie treffers (0,5 expected goals), Jesper Karlsson met negen treffers (4,6 expected goals) en Koki Saito met zeven treffers (3,6 expected goals).

Wie volgens de expected goals veel effectiever met hun kansen om hadden moeten gaan, zijn Jamie Jacobs en Robert Uldrikis. Jacobs had wel 7,3 expected goals, wat er nog meer zijn dan Pepi van Groningen, maar hij wist maar twee keer toe te slaan. Zijn ploeggenoot Uldrikis had ook 6,6 expected goals, terwijl hij maar één keer het net vond.

De koningen van de kopballen zijn Luuk de Jong, Xavier Mbuyamba en de Spartanen Arno Verschueren en Tobias Lauritsen. Zij wisten allemaal vijf keer toe te slaan met het hoofd in de Eredivisie.

Steven Berghuis en Orkun Kökçü scoorden het vaakst van buiten het strafschopgebied. Dat deden ze ieder vijfmaal. Sebastian Szymański, Oussama Tannane, Virgil Misidjan, Steven Bergwijn en Iliass Bel Hassani scoorden vier keer van buiten de zestien.

Schoten

Voor de meeste grote gemiste kansen moeten we bij Brian Brobbey zijn, die er negentien om zeep hielp. Ricky van Wolfswinkel en Santiago Giménez volgen op gepaste afstand met vijftien grote gemiste kansen.

Van alle spelers met meer dan tien goals hebben de schoten van Michiel Kramer de grootste kans om een doelpunt op te leveren. Liefst 28% van zijn schoten weden verzilverd. De spits van RKC wordt gevolgd door Dušan Tadić en Anastasios Douvikas (beiden 24%).

Assists

Dušan Tadić is wederom de assistkoning van de competitie met negentien beslissende passes. De tweede plek in dat klassement is nog altijd voor Cody Gakpo, de aanvaller die in 2023 geen duel meer speelde in de Eredivisie. Met twaalf assists houdt hij Černý en Vito van Crooij (beiden elf assists) onder zich.

In Volendam weten ze ook goed hoe je een doelpunt voor moet bereiden. Joey Veerman en Gijs Smal genoten allebei hun opleiding bij FC Volendam en gaven dit seizoen tien assists op het hoogste niveau van Nederland, net als Carel Eiting, die daar dit jaar juist onder contract stond.

Doelpunten en assists

Als we doelpunten en assists bij elkaar optellen is Tadić voor het vijfde seizoen op rij de productiefste speler van de Eredivisie. Dit seizoen kwam de aanvoerder van Ajax tot een totaal van 29 (D11, A18), twee meer dan Simons (D19, A8). De overige spelers die bij 20 of meer treffers waren betrokken, zijn Černý (D13, A11), Douvikas (D19, A4), Van Crooij (D12, A11), Gakpo (D9, A12) en Vangelis Pavlidis (D12, A8).

Passes

Tadić is ook de lijstaanvoerder als het gaat om de meeste sleutelpasses. De Serviër gaf er wel 164, ruim anderhalf keer zoveel als Veerman, de nummer twee op de lijst met 104. Kökçü completeert de top-3 met 80 sleutelpasses. Eiting gaf er 88 en Van Crooij 79. Černý en Maximilian Wittek volgen met 78.

Ook als het gaat om grote opgezette kansen staat Tadić op eenzame hoogte. De top-5 in dat klassement ziet er als volgt uit: Tadić (32), Eiting (20), Joey Veerman, Černý (beiden 17) en Smal (16).

In de wereld van statistieken wordt er ook altijd bijgehouden hoe vaak spelers een pass geven naar het meest aanvallende deel van het veld. Om precies te zijn gaat het om de verste zone van het veld, mocht je het in de drie stukken verdelen. De spelers die de meeste succesvolle passes richting die zone gaven zijn Kökçü (781), Tadić (750), Berghuis (619) Steven Bergwijn (577) en Tijjani Reijnders (572).

Van alle veldspelers heeft Thom Haye de meeste succesvolle lange passes verstuurd (199). In dat overzicht hebben ook Ramiz Zerrouki (178), Veerman (170), Dávid Hancko en Jordy Clasie (beiden 153) een plekje in de top-5 bemachtigd.

Dribbels en duels

Mohammed Kudus is de dribbelkoning van de Eredivisie met 91 geslaagde dribbles. Hij wordt gevolgd door Simons (74) en Elayis Tavsan (70). Černý en Mats Seuntjens maken de top-5 compleet met ieder 64 geslaagde dribbels. Opvallend is dat Osame Sahraoui met 55 succesvolle dribbels op de zevende plek staat, terwijl hij pas op de laatste dag van januari naar de Eredivisie kwam.

Bij de dribbels kijken we ook graag naar het slagingspercentage, want niet ieder speler gaat even vaak met de bal aan de wandel. Als we kijken naar welke spelers met minimaal 10 geslaagde dribbels het hoogste slagingspercentage hebben gehaald, komen daar vrij opvallende namen uit: Syb van Ottele van sc Heerenveen voert bijvoorbeeld de lijst aan met elf geslaagde dribbels uit elf pogingen. Johan Hove (94%, 16 geslaagde dribbels), Fredrik Oppegård (92%, 12),  Redouan El Yaakoubi (86%, 12) en Uldrikis (85%, 11) scoren ook erg hoog.

De uitblinker van de Eredivisie als het aankomt op gewonnen grondduels is Simons. De jongeling die op het WK debuteerde in Oranje won dit seizoen wel 200 grondduels in de Eredivisie. Tomáš Suslov (171), Tavsan (168), Kudus 158 en Iñigo Cordoba vergezellen hem in de top-5.

Ook hierbij kijken we graag naar het percentage van gewonnen grondduels. Van de veldspelers die er dit seizoen minimaal tien gewonnen hebben, weerlegt Deron Payne het beste slagingspercentage (77%). Serano Seymor (76%), Hancko (75%), Antony (75%) en Oppegård zaten hem op de hielen in het klassement.

Lauritsen staat op eenzame hoogte als het gaat om gewonnen kopduels. De spits van Sparta won er 285 en dat zijn er ruim twee keer zoveel als alle andere spelers van de competitie! Paweł Bochniewicz (118), Paul Gladon (113), Luuk de Jong (106) en Edson Álvarez (97) hebben na de Noor de meeste luchtduels naar zich toe getrokken.

Door zijn lengte van 176 cm is het misschien niet de eerste speler waar je het van zou verwachten, maar Feyenoorder Marcos López heeft van alle spelers met meer dan 10 gewonnen kopduels het hoogste slagingspercentage (83%). Met Jacob Rasmussen (74%), Steven Berghuis (74%), Dimitrios Siovas (73%) en Jeroen Veldmate (72%) staat ook deze top-5 weer vol met verrassingen.

Overtredingen en kaarten

De spelers waar de meeste overtredingen op zijn gemaakt is Landry Dimata van NEC met 86. Vlak daaronder staat een voormalig aanvaller van NEC met Ole Romeny (85), die wordt gevolgd door zijn ploeggenoot Mark Diemers (81). Simons en Bobby Adekanye volgen met 78 en 68 overtredingen tegen.

De speler die zelf het vaakst over de schreef ging is Zerrouki, die deze zomer overstapt naar Feyenoord, met 52. De middenvelder houdt Verschueren (49) en Richairo Živković (48) onder zich. Oussama Tannane zit daar maar vlak onder met 47 overtredingen en Souffian El Karouani en Mats Seuntjens maakten er ieder 46.

Er zijn liefst vier spelers die dit seizoen twee keer een rode kaart hebben ontvangen: Shurandy Sambo, Carlens Arcus, Doğan Erdoğan en Bel Hassani. Álvarez en Robin Pröpper zijn de enige twee spelers die dit seizoen de dubbele cijfers hebben gehaald als het gaat om gele kaarten. Beide heren ontvingen tien gele prenten en hielden Wittek en Yassin Oukili daarmee onder zich.

Verdedigend

Doelman Kjell Scherpen is de enige speler of doelman uit de competitie die dit seizoen vier fouten heeft gemaakt waar een tegendoelpunt uit voortkwam. João Virgínia, Redouan El Yaakoubi en Nick Olij is dat allemaal drie keer gebeurd.

De speler met de meeste intercepties is een naam die we eerder gezien hebben in dit overzicht: Arcus van Vitesse heeft de bal 72 keer onderschept. Siebe Horemans deed dat liefst 65 keer en daarachter volgen Ryan Flamingo (56) en El Yaakoubi (55). Zerrouki en Reijnders deden dat beiden 53 keer.

De koning ballen opruimen luistert naar de naam Rodrigo Guth. De Braziliaan heeft deze jaargang 198 keer de bal laten verdwijnen uit een gevaarlijke zone. El Yaakoubi (190), Bochniewicz (168), Adewoye (163) en Mbuyamba (150) deden dat ook vrij vaak.

Doelmannen

En last but not least: de doelmannen. Eerst kijken we naar hoeveel tegendoelpunten de basisdoelmannen hebben gekregen in verhouding met de expected goals tegen. Nick Olij komt het best uit de test, en heeft volgens de statistieken 9.0 doelpunten voorkomen. Hij wordt gevolgd door Lars Unnerstall (7,2), Justin Bijlow (5,8), Stijn van Gassel (4,2) en Jasper Cillessen (4,1).

Er zijn ook basiskeepers die juist meer ballen hebben doorgelaten dan volgens de expected goals gekund had. De vijf doelmannen die volgens deze cijfers het slechtst presteerde, zijn Micky van der Hart (-6,2), Michael Verrips (-5,0), Walter Benítez (-3.7), Filip Stanković (-2,8) en Gerónimo Rulli (-2,3).

Unnerstall is dit seizoen de doelman met de meeste clean sheets (16). Olij (14) en Bijlow (12) maken de top-3 compleet. In het geval van Bijlow is dat best bijzonder, want hij heeft door blessureleed maar 25 wedstrijden onder de lat gestaan. Vasilios Barkas en Benítez hebben beiden tien keer het doel schoon weten te houden.

Het totaal aantal tegendoelpunten of reddingen zegt wellicht meer over de ploeg dan over de doelman, waardoor wij het vooral interessant vonden om te kijken naar het reddingspercentage. Dit zijn de vijf doelmannen die op dat vlak het best gepresteerd hebben: Unnerstall (78,2%), Olij (78,1%), Cillessen (76,1%), Andries Noppert (76,1%) en Justin Bijlow 75.9%.

Van alle doelmannen die meer dan de helft van de duels gekeept hebben, zijn dit de vijf met het laagste reddingspercentage: Verrips (58,8%), Mathew Ryan (60,9%), Van der Hart (64,5%), Stanković (66,4%) en Benítez (67%).