Trainer Peter Bosz liet Armel Bella-Kotchap direct debuteren. De 21-jarige Duitse verdediger, die op de laatste dag van de transfermarkt op huurbasis werd overgenomen van Southampton, kreeg de voorkeur boven Olivier Boscagli en vormde samen met André Ramalho het centrum van de defensie.
Met dank aan Jasper Cillessen hield NEC vrij lang stand. De doelman redde op een kopbal van Ramalho en een schot van Jerdy Schouten, die als controleur op het middenveld de plek innam van de naar Nottingham Forest vertrokken Ibrahim Sangaré.
Paal
Luuk de Jong leek halverwege de eerste helft de score te openen, maar de bal ging via zijn been tegen de paal in plaats van in het doel. In de 37e minuut was het alsnog raak. De Jong kopte raak uit een hoekschop van Joey Veerman.
Een minuut later stuurde Veerman, na slordig balverlies van middenvelder Dirk Proper, Noa Lang de diepte in. De aanvaller stiftte de bal over Cillessen in het doel. Lang is daarmee de derde speler die in elk van zijn eerste drie wedstrijden in de Eredivisie trefzeker is, na Dries Mertens in 2011 en Hirving Lozano in 2017.
Lozano
Lozano maakte tegen NEC in de 56e minuut als vervanger van Lang zijn rentree voor PSV. Toen was het al 3-0. De Jong benutte in de 49e minuut een penalty en staat nu op 112 doelpunten voor PSV in de Eredivisie. De Jong passeerde Luc Nilis (110 treffers) en heeft nu alleen Willy van der Kuijlen (308) en Coen Dillen (119) nog voor zich staan.
In de slotfase kreeg PSV nog een penalty. Lozano wilde die graag nemen, maar hij was niet de enige. Invaller Ricardo Pepi ging achter de bal staan en scoorde: 4-0.