Niet geheel irrelevant is het feit dat Roda JC enkele weken voor de wedstrijd al besloot om het aantal beschikbare kaarten voor het uitvak te verlagen van 1000 naar 950. Ook werd de kaartverkoop constant uitgesteld, hetgeen leidde tot frustratie bij de Tilburgers. Zij kregen het vermoeden dat Roda JC bewust supporters dwarszat in de hoop dat men lekker thuis zou blijven.
Afijn, een Willem II-supporter laat zich niet zo makkelijk uit het veld slaan en het idee ontstond om de spelers extra hard toe te juichen omdat het de laatste wedstrijd voor de play-offs betrof. Ze bedachten een vakvullend spandoek mee te nemen en kaartten dit aan bij de club en bij Roda JC.
Bellen met Peters
De politie van Kerkrade was bang dat er vuurwerk van onder het doek zou worden gegooid en was bang voor de bandveiligheid van het doek. Al snel nadat alle 950 kaarten verkocht waren werd de actie verboden. Willem II ging daarop opnieuw in gesprek met Roda JC, maar er werd geen overeenstemming bereikt. De supporters zelf namen contact op met algemeen directeur van Roda JC, Jordens Peters, die groen licht gaf voor de actie.
Toch wisten de politie en brandweer van Kerkrade het de supporters meerdere malen lastig te maken. Het doek zou, ondanks een certificaat afgegeven door de KNVB, niet brandveilig zijn. Het doek werd gekeurd door de brandweer van Tilburg, maar de collega's in Kerkrade geloofden niet in de kundigheid van de brandweer in Brabant en er was een woordenwisseling tussen de autoriteiten van Tilburg en Kerkrade voor nodig om het doek alsnog goed te keuren.
Op de wedstrijddag, bij het stadion, werd het doek nogmaals gekeurd op brandveiligheid. Weer werd het doek goedgekeurd en dus kon de actie uiteindelijk toch doorgaan.