Europese rechter beslist over omstreden Super League: topclubs krijgen gelijk
Real Madrid en FC Barcelona waren naar de rechter gestapt om een eind te maken aan het verzet van de UEFA en wereldvoetbalbond FIFA tegen de Super League. Zij en een aantal andere van de grootste Europese voetbalclubs kondigden twee jaar geleden aan afscheid te willen nemen van de Champions League om voortaan meer wedstrijden tegen elkaar te spelen in een vrijwel gesloten competitie. Die plannen stuitten op grote verontwaardiging van de voetbalbonden, maar ook van supporters en kleinere clubs.
De voetbalbonden misbruiken hun macht als ze competities zoals de nieuwe topvoetbalcompetitie de voet dwars zetten, oordeelt het hof. De eigen regels die ze daarvoor in stelling brengen en de straffen waarmee ze dreigden zijn "onwettig". De Spaanse rechter moet, met deze uitleg van het Europees recht in de hand, zich nu uitspreken over het specifieke geval van de Super League.
De woordvoerder van het Luxemburgse hof spreekt van een "zonder meer historisch arrest". In de aanloop naar de uitspraak schatten deskundigen al in dat die de Europese topsport op zijn kop zou kunnen zetten. De sportbonden hadden decennia het alleenrecht, maar moeten nu vrezen voor die machtspositie.
Toch blokkeren
Het Europees hof is het met de klagers eens dat de voetbalbonden hun monopoliepositie misbruiken. Ook de sport is een economische activiteit en valt onder de EU-regels voor vrije concurrentie, vindt het hof. Sportbonden mogen hun regels niet misbruiken om concurrerende wedstrijdorganisatoren buiten de deur te houden. Die regels moeten daarom onder meer transparant, neutraal en eerlijk zijn.
Dat alles betekent niet dat de Super League hoe dan ook goedgekeurd had moeten worden. In de bijzondere sector van de sport is ook toezicht nodig, en het hof sluit niet uit dat er andere redenen kunnen zijn om het project toch te blokkeren.
Definitief
En passant stelt het hof ook aan de kaak dat de bonden de exploitatie van de lucratieve uitzendrechten van voetbalwedstrijden opeisen. Clubs, mediabedrijven en het publiek worden benadeeld doordat die niet op andere manieren kunnen worden aangeboden, luidt de uitspraak. Al is dat misschien toch gerechtvaardigd als bijvoorbeeld kleinere clubs van de opbrengst kunnen meeprofiteren.
De uitspraak is definitief. Hoger beroep is niet mogelijk.