Supporters over en weer: ik nodig Frank Paauw graag uit voor een weekendje Madrid
Zaterdagochtend kwam ik aan in de Spaanse hoofdstad, want in de middag stond mijn eerste wedstrijd van het weekeinde al op het programma: Rayo Vallecano kreeg bezoek van laagvlieger Cadiz. In tegenstelling tot de andere clubs die ik dit weekend zou bezoeken, had ik nog geen kaartje voor dit affiche, omdat het bij de club uit Vallecas niet mogelijk is om online tickets aan te schaffen. Ik kwam ruim een uur voor de aftrap aan bij het stadion, maar de wedstrijd bleek al wel volledig uitverkocht. Om het stadion liepen echter meer mensen die me iets aan probeerden te smeren dan voor de Sacre Coeur op een zonnige zomerdag.
Het grote verschil was dat ik nu wel erg geïnteresseerd was in hun product, namelijk wedstrijdkaartjes. Met de nodige moeite wist ik een van de ticketverkopers ervan te overtuigen om met me mee te lopen naar de ingang om mijn kaartje eerst te scannen voordat ik hem ervoor betaalde, om zeker te zijn dat ik niet opgelicht werd. Tot mijn verbazing werkte het ticket en hoefde ik de man enkel de prijs te betalen die op het kaartje stond.
Qua voetbal viel het enorm tegen, maar de harde kern van de thuisploeg probeerde er het beste van te maken en creëerde een sfeeractie met ballonnen in de clubkleuren rood en wit. Het uitvak telde niet veel Cadiz-supporters, maar op de reguliere tribune was ik wel omringd door fans van de bezoekers. Zij deden geen seconde hun best om hun clubvoorkeur onder stoelen of banken te steken, integendeel: veel van hen waren volledig in het geel gekleed, met shirts, sjaals en zelfs vlaggen van hun favoriete voetbalclub.
Zodra het thuispubliek van zich liet horen, probeerden de Cadiz-fans luidkeels de liederen te verstoren met hun eigen gezang. Dit werd echter totaal niet als provocerend beschouwd door de thuissupporters, die de bezoekers vrolijk hun gang lieten gaan en meer bezig waren met hun eigen ploeg en hun zakje zonnebloempitten. Een flinke storm zorgde ervoor dat de wedstrijd tijdelijk werd stilgelegd en dat was voor veel fans ook een reden om het stadion, dat bijna nergens overdekt is, te verlaten. Ik moest niet veel later helaas ook mijn biezen pakken om op tijd aan te komen bij de volgende wedstrijd.
Getafe
Ik ging met de trein naar Getafe, een gemeente ten zuiden van de hoofdstad, om de lokale FC van dichtbij te aanschouwen. Ingepakt in mijn grote groene winterjas dacht ik de perfecte bemiddelaar te kunnen zijn tussen de blauwe thuis- en de gele uitsupporters, maar om mij heen waren enkel fans van Las Palmas te vinden. Het schatten van het aantal bezoekers is nooit mijn sterkste punt geweest, maar ik durf met overtuiging te stellen dat er duizenden fans van de club uit Gran Canaria waren afgereisd naar het vasteland om hun favoriete club aan te moedigen.
De wedstrijd was verre van uitverkocht en het waren de uitfans die 90 minuten lang de overhand hadden in het stadion. Zij zagen hun ploeg in de tweede helft een 1-3 achterstand ombuigen naar een 3-3 gelijkspel en waren alom in euforische stemming. Een deel van hen zat ook tussen de Getafe-supporters fanatiek mee te zingen, maar een confrontatie bleef uit.
Atlético
De zondag begon ik met de wedstrijd in het moderne Civas Metropolitano, de thuishaven van Atlético Madrid. In de kraampjes rondom het stadion werden niet alleen dubbelsjaals verkocht van dit affiche, maar ook sjaals die enkel bestemd waren voor het aanmoedigen van de uitploeg Real Betis. Het leek wel alsof de heersende gedachte was: ‘Twee clubs nemen het tegen elkaar op, kijk maar welke van de twee jij het leukst vindt en moedig die maar aan’. Achter mij liep ondertussen een enorme stoet aan zingende Betis-supporters richting het stadion en geen enkele fan van de thuisploeg voelde de behoefte om ze de weg te versperren.
Eenmaal aangekomen bij het stadion zat ik naast een jongen van zo’n tien jaar oud met een Betis-sjaal om zijn nek, die net als ik alleen zat. Door met hem in gesprek te gaan in mijn zeer gebrekkige Spaans, kwam ik erachter dat hij hier met zijn vader en een vriend van hem was, maar dat ze allemaal op verschillende plekken zaten omdat ze laat waren met het kopen van tickets. Ik bood hem aan om zijn vriend te halen zodat ze naast elkaar konden gaan zitten en ik op de vrijgekomen stoel plaats zou nemen.
De twee basisschoolleerlingen hebben de uitploeg de hele wedstrijd fanatiek aangemoedigd, maar ze waren zeker niet de enige. Naast het volle uitvak waren er ook talloze supporters in het groen en wit gekleed om Betis toe te juichen. Ik zag een enkeling zelfs aan een Atléti-supporter vragen of hij een foto van hem kon nemen waarin hij zijn Betis-sjaal trots omhoog hield en daar stemde de Madrileen zonder blikken of blozen mee in.
Om mij heen werd ook massaal gejuicht door de Betis-fans toen Álvaro Morata een strafschop om zeep hielp, maar zoals je inmiddels al kan raden, leidde ook dit tot geen enkele confrontatie. De Betis-aanhang bestond overigens niet voor een overgroot deel uit jongvolwassen mannen, maar er waren ook enorm veel kinderen, vrouwen en ouderen van de partij. Het was ondanks de winst van de thuisploeg een leuke familietrip voor de fans uit Sevilla.
Leganes
Direct na de wedstrijd ging ik opnieuw met de trein naar een gemeente ten zuiden van Madrid: Leganes. Ditmaal was ik daar voor het enige affiche van mijn trip dat niet op het hoogste niveau plaatsvond, maar op papier misschien wel de belangrijkste wedstrijd was. Leganes is immers de koploper van de Segunda División en de ploeg kreeg bezoek van Eibar, de huidige nummer twee van de competitie.
De Eibar-fans waren niet in grote getale afgereisd naar het stadion, maar de thuissupporters maakten er een spektakel van. Op iedere stoel was een blaadje met een gekleurde sticker die je op de flitser van je telefoon kon plakken om licht te geven in verschillende kleuren. ‘A Sky Full of Stars’ van Coldplay werd ingezet door de stadion-DJ, de stadionlampen gingen uit en de fans zorgden voor een indrukwekkend beeld met hun telefoons.
Leganes was vanaf de eerste minuut de bovenliggende partij, maar keek bij rust al tegen een 0-2 achterstand aan, wat ook de einduitslag zou worden. Dat weerhield de supporters er niet van om hun ploeg tot de laatste minuut aan te moedigen. De harde kern liet zich van zijn beste kant zien, maar ook op de overige tribunes werd er fanatiek meegeleefd met de ploeg. Ik zat op de eerste rij en heb toevallig twee keer de wedstrijdbal gevangen na een mislukte doelpoging van de thuisploeg, die dus vaker op mij heeft geschoten dan in het doel.
Het enige wat als provocatie zou kunnen worden beschouwd van wat ik heb kunnen waarnemen, was de mascotte van de thuisploeg. De komkommer annex superheld had de instructie gekregen om het thuispubliek in de rust op te zwepen, maar daar hadden maar weinig mensen trek in gezien de teleurstellende tussenstand.
Zijn poging om het publiek ‘So good, so good, so good!’ mee te laten zingen in het refrein van Sweet Caroline, was dan ook niet erg succesvol, maar ik vond het stiekem wel hilarisch om te zien. Alsof de uitsupporters hem hadden ingehuurd om zout in de wonden te strooien van de fanatieke Leganes-fans, die ondanks de dramatische uitslag na de wedstrijd op hun plek bleven staan om met een sjaal in de lucht een clublied ten gehore te brengen en de spelers te bedanken.
Nederland
Zo heb ik in twee dagen tijd vier wedstrijden bijgewoond waarin de fanatieke Spaanse supporters zich van hun beste kant hebben laten zien. Tientallen tot duizenden uitsupporters zaten hun club vol trots aan te moedigen tussen de thuisfans en toch heb ik niet één confrontatie gezien.
Dit staat volledig haaks op het nieuws dat ik onderweg naar de stadions las op mijn telefoon over het Nederlandse voetbal. NAC Breda beperkt de fans van de Graafschap binnenkort omdat zij de vorige keer een trommel mee naar binnen hebben genomen, er komt wellicht een beperkt aantal plekken beschikbaar voor de bekerfinale en als klap op de vuurpijl wil de KNVB Frank Paauw aanstellen als voorzitter.
Voor wie hem niet kent: Paauw is hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie, u weet wel, de leidinggevende van de mannen die er structureel voor zorgen dat alle uitsupporters in de ArenA als ongedierte worden behandeld. Hij is voor collectieve straffen en zou bij risicovolle wedstrijden het liefst helemaal geen uitsupporters toelaten.
Twee weken geleden heb ik het zelf nog meegemaakt toen we met N.E.C. op bezoek kwamen bij Ajax. Er zijn al diverse boycots geweest van bezoekende clubs en veel supporters spreken zich al jaren uit over het dramatische uitfans-beleid in onze hoofdstad, maar in plaats van dat de KNVB of toonaangevende media zich daarover uitspreken, wordt de eindverantwoordelijke juist op het schild gehesen.
Los van de ongezellige uitvakken die we in Nederland hebben met hoge hekken, netten en een minimale capaciteit, is het bizar om te constateren hoe de Nederlandse uitfans als criminelen worden weggezet, terwijl het voetbal in Spanje een gezellig familieuitje is. Ik weiger te geloven dat Spanjaarden minder temperamentvol zijn en de wedstrijden van hun favoriete club met minder emotie beleven, maar het is allemaal een stukje gewenning.
Stop een man in een kooi, en hij zal zich gedragen als een dier. Uiteraard moet het van beide kanten komen en zijn er regelmatig incidenten die niet door de beugel kunnen, maar de restricties maken het leven van de bezoekende fans zo zuur dat het vraagt om problemen. Voetbal is een volkssport en dat moet het ook altijd blijven.
Ik hoop van harte dat de statements en spandoeken van de fans tegen de komst van Paauw hun vruchten af gaan werpen, maar mocht hij toch een functie bij de KNVB gaan bekleden, dan zou ik hem maar al te graag willen uitnodigen om een keer met mij een weekendje naar Spanje te gaan om te zien hoe het ook kan.