Door verdrukking kwamen vorig jaar oktober in het Kanjuruhan-stadion 135 mensen om het leven, waaronder 40 kinderen. Dat gebeurde nadat de politie van de Oost-Javaanse stad Malang met traangas supporters op hun plekken wilde houden. Supporters betraden het veld na de derby tussen Arema FC en Persebaya Surabaya.

Dinsdag kwamen de ploegen elkaar weer tegen, deze keer in een stadion dat de nationale politie van Indonesië beschikbaar had gesteld, ten zuiden van de hoofdstad Jakarta. Persebaya won met 1-0 nadat Arema een penalty miste in de laatste minuut. “Rivaliteit duurt 90 minuten. Daarna zijn we broeders. Menselijkheid boven alles,” schreef Persebaya op de Instagram-pagina van de club. 

De wedstrijd werd bewaakt door honderden beveiligers en slechts een handjevol officials van de clubs mochten aanwezig zijn. Buiten het stadion verliep alles rustig. De wedstrijd zou eerst in maart al gespeeld worden. Toen werd de wedstrijd echter uitgesteld na het advies om de wedstrijd buiten Oost-Java te spelen uit angst voor nieuwe ongeregeldheden. 

De politie bestempelde de veldbetreding van 1 oktober – na een 3-2-verlies voor Arema – als rellen en meldde dat twee agenten om het leven kwamen. Overlevenden van de ramp en onderzoekers vertelden dat de politie excessief geweld gebruikte. Vijf Indonesische mannen, waaronder drie politieagenten, werden aangeklaagd wegens nalatigheid en staan terecht. De ramp zorgde ervoor dat de Indonesische bond en fans geconfronteerd werden met tekortkomingen in de sport dat al jaren gebukt gaat onder een slechte infrastructuur, wanbeleid en geweld. Vorige maand werd Indonesië de organisatie van het WK onder 20 ontnomen nadat twee gouverneurs zich hadden uitgesproken tegen de aanwezigheid van het Israëlische team.