Advertentie
Advertentie
Advertentie
Meer
Advertentie
Advertentie
Advertentie

12 kilometer afstand, wereld van verschil: op bezoek bij de nummers 1 en 2 van Frankrijk

Raphaël Bejczy
De spelers van Nice vieren het doelpunt van Evann Guessand
De spelers van Nice vieren het doelpunt van Evann GuessandAFP
Schrijver dezes woont een tijdje in het Franse Nice en om de ervaring compleet te maken, kan een stadionbezoek uiteraard niet ontbreken. Ik ging op bezoek bij de nummers 1 en 2 van de Ligue 1. De stadions zijn hemelsbreed slechts iets meer dan twaalf kilometer van elkaar verwijderd, maar qua ervaring had het weinig met elkaar van doen.

Het voetbalavontuur begon op zaterdagavond, toen OGC Nice de koppositie over kon nemen van Paris Saint-Germain, dat eerder die dag met 3-0 had gewonnen van RC Strasbourg. Een makkelijke opgave was dat echter niet voor Nice: het kreeg bezoek van rivaal Olympique de Marseille voor de beladen Derby de la Méditerranée.

Voor de wedstrijd was er een speciale tramlijn in het leven geroepen. Het was goed proppen in het rijtuig, waar iedereen enorm dicht op elkaar stond, maar ik mocht niet klagen, want het stadion is redelijk ver verwijderd van het stadscentrum en vooral de terugweg was anders erg ingewikkeld geweest.

Modern stadion

Eenmaal aangekomen bij het moderne Allianz Riviera, dat onlangs zijn tiende verjaardag vierde en ruim 35 duizend plaatsen telt, waren er rondom het ruime stadion talloze activiteiten voor kinderen en voldoende horeca-punten. Voor aanvang van de wedstrijd voorzag ik mezelf van frisdrank, aangezien er in Franse stadions helaas enkel alcoholvrij bier gedronken mag worden. De opties voor snacks of zelfs volledige maaltijden (lees: fastfood) waren wel erg ruim.

Datzelfde kan gezegd worden over de zitplekken. Waar ik gewend ben tegen mijn beide buren aan te kleven op de tribune, was hier voldoende plaats om op mijn gemak plaats te nemen. Toen de spelers van Marseille het veld betraden voor de warming up, klonk er zeer luid gefluit door het hele stadion. De toon werd direct gezet, en het was duidelijk dat dit veel meer was dan een reguliere competitiewedstrijd, ook al waren er geen uitsupporters in verband met incidenten in het recente verleden. Alleen de tribune aan de lange zijde met de VIP-plekken telde veel lege stoelen, maar dat is een fenomeen dat we helaas ook in Nederland wel vaker zien.

Nissa La Bella

Voor de start van de wedstrijd van Les Aiglons, Frans voor de Adelaars, mocht de imposante vogel die ook op het clublogo staat enkele rondjes vliegen door het stadion. Vervolgens kwam er een koor het veld op, om Nissa La Bella, het officieuze volkslied van de stad ten gehore te brengen. Vrijwel alle supporters hielden hun sjaal het hele lied lang omhoog en zongen volle borst mee in het Niçard, de originele taal van de stad die afstamt van het Occitan-dialect en sinds kort ook weer te leren valt op de lokale scholen. Het was misschien niet vergelijkbaar met het Les Corons van RC Lens, maar indrukwekkend was het zeker.

Nissa La Bella
Raphaël Bejczy

De kwaliteit van mijn filmpjes laten mede door het filmen via Snapchat te wensen over, maar geven wel een aardig inkijkje van de beleving in de stadions.

Het alcoholvrije bier bleek maar voor weinig mensen het bestellen waard, maar er werd zowel in de gangen als op de tribunes volop gerookt en net als in Nederland zijn de vapes met fruitsmaakjes vooral bij de jeugd mateloos populair geworden. Een enkeling stak zelfs een vloeitje met groene specerijen op, want de THC-vrije wiet die hier in tabakszaken verkrijgbaar is, kent ook redelijk wat liefhebbers.

Toen de spelers het veld opkwamen was er op de zuidtribune in grote letters het woord ‘Nice’ te lezen, dat gevormd werd door papiertjes die iedere fan boven zijn of haar hoofd hield. Op de overige tribunes waren er vlaggetjes met het clublogo aan iedere stoel vastgemaakt, maar een groot deel van het publiek had geen zin om daarmee te zwaaien. Er kwamen enkele fakkels vanuit de zuidtribune, die door de avond heen zeker zo’n 20 nitraten af lieten gaan en uiteindelijk geen seconde stil zouden zijn.

Allez Nice
Raphaël Bejczy

Dat alles heeft er echter niet voor gezorgd dat de wedstrijd stil werd gelegd, mogelijk ook doordat er een groot net hing voor de fanatieke zijde. Aan de noordzijde was ook een enthousiast groepje supporters dat er een feestje van maakte, maar zij bestonden uit maximaal 20-30 personen, waardoor er niet zo’n cohesie tussen beide korte zijdes mogelijk was, zoals in thuiswedstrijden van de tegenstander wel het geval is.

De derby

In de eerste helft leek het wel alsof het Italiaanse verleden van de stad ook zichtbaar was op het veld, want beide ploegen gaven enorm weinig weg en kwamen amper tot serieuze kansen, waardoor het iets weg had van Catenaccio-voetbal. Het was dan ook de eerste Ligue 1-wedstrijd ooit met twee Italiaanse coaches langs de lijn (Francesco Farioli en Gennaro Gattuso). Vooral de thuisploeg stond uitstekend opgesteld en het was duidelijk te zien waarom het team van Farioli dit seizoen pas vier tegentreffers heeft geïncasseerd in de competitie. Het elftal van Marseille leek ook een stuk beter georganiseerd dan in de wedstrijd tegen Ajax.

Marseille scoorde wel voor rust, maar die treffer werd direct afgekeurd wegens buitenspel. In de tweede helft kwamen er iets meer mogelijkheden, maar je had wel het idee dat de ploeg die op voorsprong zou komen de deur op slot zou gooien en het affiche over de streep zou trekken. Pierre-Emerick Aubameyang kreeg tegen het einde van de wedstrijd een reuzenkans om de bezoekers op voorsprong te schieten, maar in een één-op-één-situatie met de doelman van Nice schoot hij de bal op de paal.

Rosario

Een Nederlander die sinds zijn vertrek uit de Eredivisie ietwat in de vergetelheid is geraakt, Pablo Rosario, kwam al vroeg binnen de lijnen door een blessure bij een ploeggenoot. De supporters om mij heen waren niet erg onder de indruk van zijn kunnen, zo hoorde ik: ‘’Ah merde, pas Rosario, il est nul à chier", wat geen vertaling behoeft, maar laten we het erop houden dat ze geen fans waren van de Nederlander, die zijn opwachting moest maken als rechtsback.

Rosario stond echter wel aan de basis van een moment dat de wedstrijd zou doen kantelen. De Nederlander werd in de 78e minuut vlak buiten het strafschopgebied gevloerd, wat de Argentijn Leonardo Balerdi zijn tweede gele kaart opleverde en zorgde voor een enorme opleving bij het publiek. Normaliter raak ik mijn telefoon niet aan als de wedstrijd bezig is, maar omdat het spel even stil lag en de vrije trap aan de zijkant van het strafschopgebied een enorme kans op zou kunnen leveren, besloot ik dit moment vast te leggen.

Dat bleek een goede keuze, want invaller Evann Guessand, die net in de ploeg was gekomen voor clubtopscorer Terem Moffi, verzilverde de mogelijkheid door de voorzet van Jeremie Boga binnen te knikken. Dat was uiteindelijk de enige treffer van de wedstrijd, ondanks dat Marseille nog tot een paar grote kansen kwam in de slotfase.

Goal Nice
Raphaël Bejczy

Busrit

De volgende dag vertrok ik naar het stadion van de enige club uit het Franse betaalde voetbal die niet in Frankrijk zelf speelt: AS Monaco. Ik vertrok met de bus, wat overigens een absolute aanrader is voor eenieder die zich tussen beide badplaatsen moet verplaatsen in het daglicht. Het duurde een klein uurtje en de trein was iets sneller geweest, maar door de prachtigen omgeving met rotsen, zee, havens en zuidelijke architectuur was de rit indrukwekkender dan menig achtbaan.

Monaco kon in de namiddag de koppositie weer overnemen van Nice, als het in eigen huis af wist te rekenen met promovendus FC Metz. Ik was toevallig al een keer in het Stade Louis II van Monaco geweest, toen de club het opnam tegen PSV in de voorronde van de Champions League. De sfeer viel me toen enorm tegen, maar het was toen begin augustus en de tribunes waren grotendeels gevuld met toeristen en PSV-fans, waardoor ik dacht dat het in een reguliere competitiewedstrijd wat fanatieker beleefd zou kunnen worden.

Niets bleek minder waar. De tribune waarop ik eerder met mede-toeristen zat, was ditmaal helemaal gesloten en slechts enkele vakken waren gevuld met supporters. Gevuld is overigens ook niet helemaal de juiste term, want ondanks dat ik het op-een-na-laatste kaartje van mijn vak had aangeschaft, bleef zeker een kwart van mijn tribune leeg. De mascotte wist vlak voor de aftrap door het grote aantal kinderen nog wel voor een heel klein beetje enthousiasme op de tribunes te zorgen.

Mascotte Monaco
Raphaël Bejczy

Voordeel was wel dat ik slechts tien euro heb betaald voor een kaartje, terwijl ik voor de wedstrijd van Nice bijna vier tientjes kwijt was. Ik zat pal naast het sfeervak en er was weliswaar een trommel en een kleine verhoging voor een capo met een megafoon, maar er stonden maximaal 40 mensen omheen om de liederen mee te zingen. Het uitvak telde ook niet veel meer supporters dan dat, maar ik kan me voorstellen dat dit voor Metz niet de meest interessante en goedkope uitwedstrijd van het seizoen is.

De kleine harde kern van Monaco is geen seconde stil geweest, maar ik kan niet ontkennen dat ik amateurwedstrijden heb bijgewoond met meer beleving bij de supporters. Het was moeilijk voor te stellen dat in deze omstandigheden gespeeld zou worden voor de koppositie in de Ligue 1 en ik was zelf meer onder de indruk van de bijzondere bouwconstructie van het stadion en de bergen op de achtergrond.

Wonderschone treffers

De eerste helft was mede door de beperkte sfeer vrij saai, maar kende wel twee treffers van een schoonheid waarvan de commentator wellicht gezegd zou hebben dat de wedstrijd zulke doelpunten niet verdiende. Al in de vierde minuut zette de 19-jarige Senegalees Lamine Camara zijn ploeg op wonderschone wijze op voorsprong met zijn eerste doelpunt in dienst van Metz. De jongeling verschalkte doelman Philipp Köhn van 58(!) meter afstand met een loepzuivere pegel.

Vlak voor rust bracht Aleksandr Golovin de thuisploeg op gelijke hoogte met een hard en tevens perfect geplaatst schot in de verre bovenhoek. Veel van mijn tribune-genoten hadden echter meer interesse in hun telefoon dan in wat er op het veld gebeurde en redelijk wat mensen kwamen dan ook pas binnen na de aftrap of gingen voortijdig weg, terwijl er totaal geen mogelijke drukte was die daarmee te vermijden viel.

In de tweede helft kreeg Monaco de ene na de andere kans en het was opnieuw Golovin die raak schoot, deze keer uit een vrije trap. Nu Monaco aanviel aan de zijde van de harde kern, leefde het publiek iets meer op, maar ook dat was niet om over naar huis te schrijven.

‘Wat bezielt die lui?’

Op een gegeven moment maakte de capo via zijn megafoon duidelijk aan het publiek dat hun club virtueel op de eerste plek stond en dus wat meer steun verdiende, maar ook dat sloeg niet aan. Mensen om mij heen keken naar de harde kern met een blik waarvan het leek alsof ze dachten ‘Wat bezielt die lui?’. Een verwoede poging van de harde kern om iedereen ‘te laten staan voor Monaco’ kreeg wel wat applaus, maar liet zelfs de mensen rondom de harde kern zelf niet opstaan. Er waren wel veel jonge kinderen, waarvan er een paar het leuk vonden om mee te doen, maar daar bleef het dan ook bij.

Monaco kreeg nog veel kansen om de voorsprong te vergroten, maar dat mocht niet baten. In de extra tijd kreeg ook in dit affiche de enige Nederlander van beide selecties nog wat speelminuten, maar Myron Boadu kwam in de schamele minuutjes die hij kreeg niet in het spel voor.

Na het laatste fluitsignaal verzamelde talloze kinderen zich in de hoop op een wedstrijdbal of shirt van een van de spelers, maar toen het elftal de fans kwam bedanken, liepen ze niet over de atletiekbaan rondom het veld om nader tot de supporters te komen, met uitzondering van één speler.

Shirtje Monaco
Raphaël Bejczy

Zo heb ik binnen 24 uur twee teams de koppositie van de Ligue 1 zien grijpen en ondanks dat de afstand zowel op de ranglijst als geografisch gezien erg klein is, was het qua ervaring een wereld van verschil.

Wil jij jouw toestemming voor het tonen van reclames voor weddenschappen intrekken?
Ja, verander instellingen