Lionel Messi: 2008 in Peking met Argentinië
Op 21-jarige leeftijd leidde de toen nog langharige Messi zijn team naar goud in Peking. Eerst wilde FC Barcelona hem niet vrijgeven voor de Olympische Spelen, maar uiteindelijk mocht hij toch gaan. "Zoiets doe je maar één keer in je leven. De gouden medaille was een droom van me," zei Messi. In de finale tegen Nigeria (1-0) zette hij het winnende doelpunt van Angel Di Maria op.
Pep Guardiola: 1992 in Barcelona met Spanje
Guardiola won de Europa Cup met FC Barcelona in mei en Olympisch goud in augustus, een fantastisch jaar. In de finale tegen Polen (3-2) scoorde hij uit een vrije trap. "Ik heb met veel van de jongens sterke vriendschappen gesloten die tot op de dag van vandaag zijn blijven bestaan'', zegt Guardiola over het team, waar ook Luis Enrique en Santiago Canizares deel van uitmaakten.
Neymar: 2016 in Rio met Brazilië
Neymar moest de voetbalnatie, die zwaar aangeslagen was sinds de 7-1 nederlaag tegen Duitsland twee jaar eerder op het WK, uit het slop halen. "Ik denk alleen aan goud," zei de toen 24-jarige - en hij volbracht zijn missie. In de halve finale tegen Honduras scoorde Neymar het snelste doelpunt in de Olympische geschiedenis ooit, na 14 seconden. In de finale tegen Duitsland maakte hij er 1-0 van. Het werden penalty's en Neymar schoot de beslissende erin.
Samuel Eto'o: 2000 in Sydney met Kameroen
Eto'o won de Champions League met FC Barcelona en Inter Milan en werd vier keer uitgeroepen tot Afrikaans voetballer van het jaar. Zijn eerste grote prijs greep hij echter op 19-jarige leeftijd. "Ik zal die dag nooit van mijn leven vergeten," zei hij. Eto'o scoorde zijn enige doelpunt van het toernooi in de finale tegen slechts negen Spanjaarden. Kameron won uiteindelijk met 5-3 voor de ogen van 100.000 toeschouwers.
Jay-Jay Okocha: 1996 in Atlanta met Nigeria
Na vier jaar bij Eintracht Frankfurt reisde dribbelkunstenaar Okocha naar Atlanta en werd hij een legende. Nigeria's "Dream Team" met sterren als Viktor Ikpeba, Sunday Oliseh en Taribo West stormde naar de eerste grote prijs van een Afrikaans voetbalteam. "God wilde het zo," zei Okocha later. Tot op de dag van vandaag worden de "Super Eagles" van 1996 in hun thuisland als helden geëerd.
Ferenc Puskas: 1952 in Helsinki met Hongarije
Puskas was aanvoerder van het wonderteam dat ongeslagen bleef in 32 wedstrijden van 1950 tot de WK-finale van 1954 tegen Duitsland. Die gedenkwaardige reeks omvatte ook de winst op de Olympische Spelen in Helsinki, toen Hongarije zijn vijf wedstrijden won met een totaal van 20 tegen 2 doelpunten. Puskas maakte vier doelpunten, waaronder de 1-0 in de finale tegen het sterke Joegoslavië. Uiteindelijk wonnen ze die finale met 2-0.