Machtsstrijd en transferchaos: hoe Chelsea 'een lachertje´ is geworden
We werpen een blik op de huidige staat van de tweevoudig Champions League-winnaar, die in het tijdperk van Roman Abramovich nog als een van de Engelse grootmachten werd gezien.
Strijd om het roer
LA Dodgers mede-eigenaar Boehly was het gezicht van een overname in 2022, nadat sancties tegen de Russische miljardair Abramovich een snelle verkoop van de club noodzakelijk maakten. Het overgrote deel van de wereldrecordprijs van 2,5 miljard pond voor een voetbalclub kwam echter van Eghbali's private equity-groep Clearlake Capital. Na Boehly's korte periode als sportief directeur van de club tijdens de eerste zes maanden van het nieuwe regime in West-Londen, werd Eghbali de meest betrokken figuur binnen de eigendomsgroep.
Er wordt gezegd dat de relatie tussen de twee de afgelopen maanden is verslechterd, met verschillende meningen over het wervingsbeleid van de club, slechte resultaten en het uitblijven van vooruitgang bij de bouw van een nieuw stadion. Een van de belangrijkste meningsverschillen ging over de positie van de inmiddels vertrokken trainer Mauricio Pochettino. De Argentijn zorgde voor een sterk einde na een moeizame start van zijn enige seizoen als hoofdtrainer. Chelsea eindigde als zesde in de Premier League en kwalificeerde zich voor de Conference League.
Boehly zou Pochettino, die nu de leiding heeft over het Amerikaanse mannenteam, hebben gesteund. Eghbali en de medesportdirecteuren van de club, Paul Winstanley en Laurence Stewart, gaven echter de voorkeur aan een nieuwe aanpak en Enzo Maresca werd de vierde aanstelling in minder dan twee jaar tijd.
Bloomberg meldt dat Boehly en Eghbali onderzoeken of ze elkaars aandelen in de club kunnen kopen. Het zou veel moeilijker zijn voor Boehly om het geld bij elkaar te krijgen, want hij heeft net geen 13 procent van de aandelen in handen vergeleken met de 61,5 procent van Clearlake.
Succes vooralsnog niet te koop
Boehly en Eghbali zijn erin geslaagd om naar schatting 1,1 miljard pond uit te geven aan tientallen spelers zonder dat hun investering iets tastbaars heeft opgeleverd. Iets meer dan drie jaar geleden versloeg Chelsea, toen nog eigendom van Abramovich, het dominante Manchester City van Pep Guardiola om de Champions League te winnen.
Met Ben Chilwell als een van de dure spelers die overbodig werden geacht, is aanvoerder Reece James de enige overlevende van de ploeg die in Porto won, die momenteel in de plannen van Maresca staat. Chelsea verpletterde twee keer het Britse transferrecord in iets meer dan zes maanden voor Enzo Fernandez en Moises Caicedo in 2023, maar de twee middenvelders hebben hun prijskaartje nog niet waargemaakt.
Een groot aantal andere dure aankopen is op een zijspoor beland wegens de veel te grote bezetting per positie. Chelsea zal naar verluidt ongeveer 10 miljoen pond betalen om Raheem Sterling - de eerste speler uit het Boehly-Eghbali-tijdperk - dit seizoen voor Arsenal te laten spelen.
Tijdens Abramovich' 19-jarige ambtstermijn won Chelsea vijf Premier League-titels en ging het nooit twee opeenvolgende seizoenen zonder zilverwerk. Toch hebben ze onder het nieuwe regime nog steeds geen trofee gewonnen en eindigden ze de afgelopen twee Premier League-campagnes op de 12e en 6e plaats. "De club is een lachertje geworden, zowel op als naast het veld," zei de Chelsea Supporters Trust eerder dit jaar in een verklaring.
De succesverhalen
Er zijn een paar succesverhalen te vinden in Chelsea's royale uitgaven die vooral gericht waren op jong talent uit de hele wereld. Cole Palmer's komst van Manchester City ter waarde van 40 miljoen pond lijkt nu een koopje nadat hij vorig seizoen een van de uitblinkers in de Premier League was, terwijl Noni Madueke, overgekomen van PSV voor 35 miljoen euro, ook indruk maakt. De club zegt bovendien dat het gemiddelde salaris van de selectie is verlaagd met lange contracten die zwaar worden gestimuleerd op basis van prestaties.
Chelsea's transferuitspattingen vielen des te meer op omdat andere Premier League-clubs voorzichtiger zijn geworden op de markt om te voldoen aan de financiële regels. De Blues zijn er tot nu toe slim in geslaagd om deze voor te blijven, onder andere door twee hotels op het Stamford Bridge-terrein te verkopen aan bedrijven onder leiding van Boehly en Clearlake.