De APT-regels zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat commerciële deals met entiteiten die verbonden zijn aan de eigenaren van een club een eerlijke marktwaarde weerspiegelen. De zaak staat los van een lopende hoorzitting waarbij City betrokken is. De club vecht 115 aanklachten aan met betrekking tot vermeende overtredingen van de financiële regels van de Premier League.
De Premier League zei maandag dat City “niet succesvol was in het grootste deel van (hun) beroep” en dat het tribunaal dat de zaak behandelt had vastgesteld dat de APT-regels noodzakelijk waren en een legitiem doel nastreefden. Manchester City gaf daarentegen een verklaring vrij waarin stond dat het tribunaal de APT regels “onwettig” had verklaard en dat de bond misbruik had gemaakt van een dominante positie onder de mededingingswetgeving.
City 'in slechts twee opzichten' in gelijk gesteld
De Premier League zei dat het tribunaal de legitimiteit van de regels had ondersteund en zei dat het ze essentieel had gevonden om de rentabiliteits- en duurzaamheidsregels (PSR) effectief te maken. Het tribunaal was het met de Premier League eens dat als een transactie duidelijk niet tegen een eerlijke marktwaarde plaatsvond, dit de concurrentie binnen de competitie zou verstoren.
De bond zei ook dat het panel het argument van City had verworpen dat het doel van de regels was om clubs met eigenaren uit de Golfregio te discrimineren.
De Premier League zei dat het panel City in “slechts twee opzichten” in het gelijk had gesteld: dat aandeelhoudersleningen niet uitgesloten zouden moeten worden van de APT regels en dat een “beperkt aantal amendementen” op de APT regels die eerder waren gemaakt niet gehandhaafd zouden moeten worden.
Manchester City zei dat het panel vond dat de APT regels “structureel oneerlijk” waren en dat het panel specifieke beslissingen van de Premier League om de reële marktwaarde van twee transacties die door de club waren aangegaan opnieuw vast te stellen, terzijde had geschoven.