Nadat Everton en Nottingham Forest in het seizoen 2023/2024 punten in mindering kregen wegens te hoge uitgaven, werden clubs gedwongen voorzichtiger of creatiever te zijn om soortgelijke straffen te voorkomen. De totale uitgaven van Premier League-clubs doorbraken voor het derde achtereenvolgende seizoen de grens van 2 miljard pond (2,4 miljard euro), maar daalden aanzienlijk ten opzichte van de bijna 2,5 miljard pond (3 miljard euro) twaalf maanden geleden.
Tottenham's deal van 65 miljoen pond (77 miljoen euro) voor Dominic Solanke was de duurste ondertekening van het seizoen, gevolgd door Manchester United's Franse tiener Leny Yoro en Pedro Neto's overstap naar Chelsea.
In een poging om de boeken in balans te brengen voor de financiële duurzaamheidsregels (PSR), lag de focus op de verkoop van spelers met een aantal controversiële gevolgen. Premier League clubs mogen niet meer dan 105 miljoen pond (125 miljoen euro) verlies lijden over een periode van drie seizoenen. Een aantal clubs heeft de onrust van fans genegeerd door spelers te verkopen die via hun eigen academies zijn doorgebroken.
De verkoop van spelers die via het jeugdsysteem zijn gekomen is vooral nuttig voor clubs om te voldoen aan de financiële regelgeving, omdat de volledige transfersom als winst in de boeken wordt opgenomen. Manchester United-trainer Erik ten Hag riep op tot veranderingen in de regels nadat de Red Devils Scott McTominay vrijdag lieten vertrekken naar Napoli. "We moeten de regels bespreken, wanneer je moet verkopen en het is duidelijk dat spelers van eigen bodem en academiespelers meer waarde opleveren en dat is niet het juiste om te doen", zei Ten Hag.
Newcastle 'droom' uitgesteld
Chelsea-trainer Enzo Maresca zei hetzelfde na de overstap van Conor Gallagher naar Atletico Madrid. Maar de Blues hebben de trend van financiële voorzichtigheid doorbroken in weer een paar chaotische maanden en een komen en gaan van spelers op Stamford Bridge. Chelsea's opgeblazen spelersbestand is uitgebreid tot meer dan 50 omdat de Amerikaanse eigenaren van de club blijven inzetten op het opslokken van opkomend talent van over de hele wereld.
Newcastle heeft de beperkende gevolgen van de financiële regels het meest gevoeld. Ten tijde van de overname door het Saoedische staatsinvesteringsfonds drie jaar geleden was het de ambitie van de Magpies om binnen tien jaar de Premier League te winnen. Na een snelle opkomst en een terugkeer naar de Champions League vorig seizoen voor het eerst in twintig jaar, slaat nu de realiteit toe.
Newcastle moest de jongelingen Yankuba Minteh en Elliott Anderson voor het einde van het financiële jaar (in juni) verkopen en is niet in staat geweest om zich te versterken toen een reeks biedingen op Marc Guehi achterbleef bij de waardering van Crystal Palace. "Ik denk niet dat de droom per se sterft, maar ik denk dat het veel langer duurt", zei trainer Eddie Howe, wiens ploeg vorig seizoen zevende werd. Newcastle was één van de zes clubs, waaronder Liverpool en Manchester City, die meer binnenhaalden uit verkopen dan ze uitgaven aan nieuwe aanwinsten.
Investeringen
Titelverdediger City was tevreden met wat ze hadden, ondanks de enorme winst die de overstap van Julian Alvarez naar Atletico Madrid opleverde. Maar verderop in de ranglijst kwamen de financiële voordelen van Premier League-clubs ten opzichte van andere clubs op het continent naar voren. Bournemouth kon het grootste deel van het bedrag van Solanke besteden aan de Braziliaanse international Evanilson van Porto. Brighton gaf bijna 200 miljoen pond uit aan acht nieuwe aanwinsten.
Alle drie de gepromoveerde ploegen Burnley, Luton en Sheffield United degradeerden vorig jaar nadat ze de verleiding weerstaan hadden om hun premie uit de Premier League op het veld te investeren. De pas gepromoveerde Ipswich en Southampton hebben nu elk ongeveer 100 miljoen pond uitgegeven om een herhaling van dat fenomeen in het lopende seizoen te voorkomen.