De 'herstart' verliep voor een groot deel zoals gewenst voor Koeman. Oranje bereikte deze zomer op het EK in Duitsland weliswaar de halve eindstrijd, op het veldspel viel genoeg aan te merken. Tegen Bosnië oogde het spel vaak frivool en Oranje creëerde veel kansen. Nederland had vaker dan vijf keer moeten scoren en gaf de twee tegendoelpunten tegen de nummer 75 van de wereld eenvoudig weg.
Het ging na afloop veel over Joshua Zirkzee en Ryan Gravenberch. Zirkzee opende met zijn hoofd snel de score en liet zien een meevoetballende spits te zijn. Hij vond middenvelder Tijjani Reijnders erg makkelijk en stond met een inspeelpass op de middenvelder van AC Milan, die overtuigend voetbalde, aan de basis van de 2-1. Gravenberch trok de stijgende lijn die hij bij Liverpool heeft ingezet door en maakte ook een sterke indruk.
Plannen Koeman
Drie maanden eerder kwamen Zirkzee en Gravenberch nog niet voor in de plannen van Koeman. Zirkzee moest zich op het EK tevreden stellen met twee hele korte invalbeurten tegen Turkije en Engeland en Gravenberch speelde zelfs geen minuut. Dat gold ook voor Matthijs de Ligt. De verdediger mocht bij afwezigheid van Stefan de Vrij ook vanaf het begin meedoen tegen Bosnië, maar wist als enige van de drie 'nieuwelingen' niet te overtuigen. De Ligt schatte halverwege de tweede helft een hoge voorzet vanaf de zijkant verkeerd in, waarna Edin Dzeko van dichtbij kon scoren.
Ook bij het eerste tegendoelpunt, waar Xavi Simons zijn man op het middenveld vrij liet komen, zag Oranje er niet goed uit. Dat zorgde er ook voor dat Koeman niet alleen maar positief was over het eerste duel richting het wereldkampioenschap van 2026, tegen een nogal zwakke tegenstander. "Er zijn genoeg dingen waar we ons in moeten verbeteren, maar er waren in deze wedstrijd heel veel meer goede dingen", sprak de bondscoach, die tegen Duitsland een vierde 'nieuwe' speler een kans geeft. Brian Brobbey mag het laten zien en Zirkzee begint op de bank.