Oranje neemt het in de halve finale van de Nations League op 23 februari in een uitwedstrijd op tegen Spanje. Bij winst is Nederland zeker van de Olympische Spelen en gaat het thuisduel vijf dagen later alleen nog om de eindzege in het landentoernooi. Bij verlies moet Oranje in de andere halve finale hopen op een zege van Frankrijk, omdat dat land als organisator al geplaatst is voor de Spelen. Dan zou het thuisduel met Duitsland allesbeslissend zijn in de strijd om een olympisch ticket.
Jonker: "Dat zou een geweldig affiche zijn, maar het kan ook zijn dat het nergens meer om gaat. Dat maakt het een moeilijke situatie. Het neemt niet weg dat ik denk dat het tijd is om in een van de twee grootste voetbalstadions van Nederland te spelen. Dat heb ik al eerder bij de KNVB aangegeven, waarop ik hoorde waarom het nog niet kon. De analyse van de situatie is nu weer aan andere mensen van de KNVB." Omdat spelen in De Kuip nog niet haalbaar was, nam Oranje het in september in Utrecht tegen WK-finalist Engeland op voor het oog van ruim 20.000 fans.
Spanje-uit
Voor het duel in Spanje wacht Oranje mogelijk ook een groot stadion. De wereldkampioen speelde de afgelopen interlands steeds voor tussen de 10.000 en 20.000 toeschouwers. Maar Jonker hoorde van zijn Spaanse collega Monteserrat Tomé dat de populariteit van haar ploeg is toegenomen sinds de wereldtitel van afgelopen zomer.
De precieze locatie van het uitduel is nog niet bekend, maar Jonker hoopt op een plek in het zuiden van Spanje. "Daar is het in februari redelijk weer en zijn de omstandigheden om te voetballen goed. In de Pyreneeën of het Baskenland zijn die mogelijk nog slechter dan in Nederland." Jonker bekijkt nog wanneer hij met zijn ploeg afreist naar het Zuid-Europese land voor de voorbereiding op het duel.