Sprintlegende Cavendish wint laatste etappe in Rome; Roglic wint Giro d'Italia
Voor Roglic is het zijn vierde eindzege in een grote ronde. In 2019, 2020 en 2021 was hij de beste in de Vuelta. De eindzege in de Tour de France glipte hem in 2020 door de vingers in een klimtijdrit waarin hij verslagen werd door zijn landgenoot Tadej Pogacar.
Thomas, van de ploeg Ineos Grenadiers, volgt in het eindklassement op 14 seconden. De Portugees João Almeida werd derde. Thymen Arensman was op de zesde plaats de best gerangschikte Nederlander.
Evenepoel
Een korte inzinking in de slotfase van de zestiende etappe en een afgelopen ketting in de klimtijdrit op de voorlaatste dag hielden Roglic niet van de winst af. Van het vooraf verwachte duel tussen de Sloveen en de Belg Remco Evenepoel kwam het niet. De wereldkampioen van Soudal - Quick-Step verdween na de eerste week uit de ronde vanwege een coronabesmetting.
Het werd daarna niet de meest enerverende Giro waarin drie renners er bovenuit staken: Roglic, Thomas en Almeida. Die bestookten elkaar amper. In de bergen ontstond, meestal minuten achter een groep vroege vluchters, een status-quo waarbij Thomas veel steun had aan Laurens De Plus en Arensman, zijn ploeggenoten bij Ineos Grenadiers, terwijl Roglic met Jumbo-Visma vaak een numerieke meerderheid had. In de slotkilometers bleef daarvan meestal alleen de Amerikaan Sepp Kuss over.
Overmacht
Die hielp Roglic in etappe zestien, de eerste bergrit na de tweede rustdag, de schade beperken toen Thomas en Almeida de aanval openden. De schade bleef beperkt tot 25 seconden. Twee dagen later pakte hij weer wat tijd terug op Almeida, vrijdag was er nog een tijdwinst van drie tellen op rozetruidrager Thomas, die daarmee met een marge van 26 seconden aan de klimtijdrit begon.
Op de Monte Lussari, op de grens van Italië en Slovenië, kon zelfs materiaalpech Roglic er niet van weerhouden Thomas op 40 seconden te rijden, tot vreugde van de duizenden Sloveense fans. Thomas was nog wel 'best of the rest', terwijl Almeida met de derde plaats nog maar eens de overmacht van het drietal bevestigde.