Zestal wielrenners bezig nieuw gouden tijdperk vorm te geven: overvloed aan talent
Er zijn uitzonderlijke wielrenners geweest sinds de hoogtijdagen van de Belgische legende Eddy Merckx en Fransman Bernard Hinault - maar er zijn nu uitzonderlijk veel toprenners die het hele seizoen elkaar bestrijden de beste te zijn.
Van der Poel, Van Aert & Vingegaard
"Mathieu is niet buitenaards. Hij is een mens. Hij is gewoon een supersterke renner," zei Jasper Philipsen (25), die zondag tweede werd achter zijn kopman Van der Poel en voor Wout van Aert (28), een ander lid van het dominante sextet. "Deze jongens hebben iets extra's", voegde de Belgische sprinter eraan toe.
Rivalen 'beklaagden' zich over hetzelfde in de Ronde van het Baskenland, verslagen door de Deense 2022 Tour de France-winnaar Jonas Vingegaard (26) die het algemeen klassement en de helft van de zes etappes won. Hij bracht daarmee het aantal zeges sinds het begin van het seizoen op acht.
Pogacar, Roglic & Evenepoel
Een week eerder was het tweevoudig Tour de France-kampioen Tadej Pogacar (24), misschien wel de machtigste van allemaal, die schitterde. Pogacar werd de eerste Tour de France-winnaar sinds Merckx in 1976 die ook de eendaagse Klassieker Ronde van Vlaanderen won, nadat hij dit seizoen al zegevierde in de Ronde van Andalusië en Parijs-Nice. De Sloveen heeft al 10 overwinningen geboekt in 2023.
Zijn landgenoot Primoz Roglic (33) noteerde zeven overwinningen, waaronder twee algemene klassementen, de Tirreno-Adriatico en de Ronde van Catalonië.
En dan hebben we het nog niet eens gehad over de zesde schakel, de Belgische wereldkampioen op de weg Remco Evenepoel (23), die momenteel drie overwinningen heeft geboekt, waaronder de UAE Tour, terwijl hij zich opmaakt voor de Giro.
Evenaren van Merckx
Samen hebben ze tot nu toe alle belangrijke wedstrijden van het jaar gewonnen en het is niet langer vergezocht dat een van hen Merckx zal evenaren: de enige wielrenner in de geschiedenis die de drie grote rondes en de vijf 'Monumenten' heeft gewonnen. "Er zijn een paar renners die echt boven het peloton uitsteken, die doen wat ze willen. Zodra zij starten, kunnen wij alleen nog maar achtervolgen", aldus Franck Bonnamour (27) van AG2R-Citroen.
Voorbij zijn de dagen van het defensieve wielrennen, waar succes kwam door het leven uit een wedstrijd te persen. De wedstrijden zijn nu vrij wild - "het was waanzinnig, we koersten de hele dag als junioren", zei Van der Poel in Roubaix. Hij heeft een valide punt. Nog nooit werden de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix (46,841 km/u) zo snel verreden. "Vanaf 100 kilometer van de finish was het vol gas", aldus de Zwitser Stefan Kung (29), die vijfde werd nadat hij "alles had gegeven" maar "op het einde helemaal leegliep".
Vroeger was eenvoudiger
Om de waanzinnige prestaties te verklaren, verwijzen de renners naar steeds efficiëntere fietsen, vooruitgang in voeding, hoogtestages en geoptimaliseerde training.
"Wielrennen is heel professioneel geworden. Alle renners worden tot het uiterste gedreven. Vroeger was het eenvoudiger, we fietsten overdag en aten 's avonds pasta," vat de Duitse veteraan Simon Geschke (37) samen, die het moeilijk vindt "om voor te stellen dat het niveau nog eens omhoog kan".
Ondertussen gaat de show door. In Luik-Bastenaken-Luik eind april, waar een duel Pogacar-Evenepoel wordt verwacht, en in de Giro in mei, waar Evenepoel en Roglic de degens zullen kruisen. En natuurlijk de Tour de France (1-23 juli), de ultieme test van dit boeiende seizoen.