Tadej Pogacar werd de eerste wielrenner sinds 1998 die de Giro-Tour-dubbel wist te winnen nadat hij zondag voor de derde keer de Tour de France wist te winnen door titelverdediger Vingegaard te verslaan.
De Deen, die de vorige twee editites van de Ronde van Frankrijk wist te winnen, begon aan deze editites nadat hij drie maanden eruit lag met blessures, waaronder een ingeklapte long en een gekneusde rib. Tijdens de Ronde van Baskenland in april kwam hij ten val en liep de blessures op.
De 27-jarige renner bereikte nooit het niveau waarmee hij zijn titel zou kunnnen prolongeren, al wist hij wel een etappe op zijn naam te schrijven.
Uitgeput
"Ik ben moe, zo moe ben ik denk ik niet eerder geweest na een grote ronde. Om eerlijk te zijn, ben ik uitgeput," zei Vingegaard tegenover Eurosport. "Natuurlijk wil ik terugkomen en hem opnieuw winnen. Ik denk dat ik nu rust nodig heb."
"Helaas kan ik de Vuelta niet verrijden. Mijn prioriteiten liggen elders dit jaar, maar ik weet zeker dat ik er in de toekomst weer zal rijden."
"Het is een roerige tijd geweest, want drie maanden geleden maakte ik de hardste val van mijn carrière mee. Ik brak bijna ieder bot aan de rechterkant van mijn bovenlichaam. Mijn beide longen werden geperforeerd," zei hij.
Spelen
Sepp Kuss, teamgenoot van Vingegaard, gaat proberen tijdens de Vuelta proberen zijn titel te verdedigen. De Ronde van Spanje gaat van start op 17 augustus.
Vingegaard zal ook niet meedoen aan de Olynpische Spelen, die aanstaande vrijdag beginnen. Mads Pedersen, Mattias Skeljemose, Michael Morkov en Mikkel Bjerg vormen het Deense team in Parijs.