Mathieu van der Poel ziet openingsrit Tour de France niet als grote kans op geel
De Tour start voor het eerst in Italië, met zaterdag een heuvelrit vanuit het hart van Toscane naar kustplaats Rimini. Van der Poel droeg de gele trui al een week in 2021 na zijn ritzege op de Muur van Bretagne. Alleen al omdat de Galibier al in de vierde rit beklommen moet worden zit dat scenario er sowieso niet in.
Maar velen zien Van der Poel toch als een kandidaat om de eerste leider in de Tour te worden. "Vorig jaar in Bilbao werd dat ook gezegd, maar die rit was echt te zwaar voor mij. Het hangt er natuurlijk ook vanaf wat andere ploegen doen. Als ik kan overleven en er komt een sprint van een klein groepje heb ik misschien een kans."
Philipsen
Van der Poel (29) verscheen in een van de meest iconische gebouwen van Toscane in het gezelschap van Jasper Philipsen. De Belgische sprinter werd in de Tour van 2023 in massasprints door zijn Nederlandse ploeggenoot in de laatste kilometers telkens naar voren gebracht en won zo liefst vier ritten. Voor Philipsen liggen er in het openingsweekeinde, met ook een lastige aankomst in Bologna, nog geen mogelijkheden. "Maar die komen er genoeg", dacht Van der Poel, die voor zichzelf minder kansen ziet. "Het zijn vaak sprintetappes of zware bergritten."
Een rit winnen zou mooi zijn, maar Van der Poel hoopt vooral in goede vorm uit de Tour te komen. Een groot doel volgt twee weken later met de olympische wegrace in Parijs. Hij mikt op een scenario zoals vorig jaar toen hij kort na de Tour de wereldtitel veroverde in Glasgow.
Vooral in Spanje getraind
De vraag is alleen hoe Van der Poel ervoor staat. Hij reed dit jaar zeven eendaagse koersen waarvan hij er drie won: de E3 Saxo Classic, de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Na Luik-Bastenaken-Luik op 21 april laste hij een pauze in. "Met het veldrijden erbij had ik een lange periode gekoerst. Ik vond dat het nodig was om weer in de 'mood' te komen om te trainen." Dat deed hij voornamelijk in Spanje. "Het was relaxed om zo'n lange voorbereiding te hebben. Nu wil ik weer mijn topniveau halen en dat doortrekken tot na de Spelen."